Wat hebben Dunaj, E, Klar, Domácí Lékar, Rale, Boo, VRM, Cikori en Iva Bittová gemeen? Het antwoord vermoedt u al: de Tsjech Vladimír Václavek. Zeker met Dunaj, Rale en Iva Bittová gooide hij hoge ogen, maar solo weet hij ook altijd van wanten. Písne Nepísne is zijn tweede soloplaat na 10 jaar, waarop de van huis uit bassist en gitarist gedichten van Bohuslav Reynek, F.G. Lorca, Antonin Pridal en eigen werk omzet in negen intieme songs. Hij betrekt locale helden als Jaromír Honzák (bas), Peter Binder (elektrische gitaar), Marcel Bárta (sax), Milos Dvorácel (percussie), Jirí Slavicinsky (accordeon), Bohous Cicko (zang), Martina Himerová (viool) en Lubos Malinosvsky (sampler) bij zijn minimale composities. Als er fado bestond in Tsjechië zou Václavek de Godfather ervan zijn. Als er een Tsjechische David Sylvian zou bestaan, zou hij het zijn. Zijn songs zijn intens, gespeend van de folklore maar ook postrock, op een avant-gardistische manier dan. In plaats van romantische omzwervingen langs de Seine loop je nu langs de Moldau, waar het uitzicht meer experimeel is, maar met dezelfde Bourgondische gevoelens in je onderbuik.