Op hun eersteling ‘Hollandaze’ klonk het Canadese drietal Odonis Odonis als een mix van The Jesus And Mary Chain, Big Black en The Pixies. Op hun vorige ‘Hard Boiled, Soft Boiled’ begonnen ze al te experimenteren met elektronische geluiden. Hier heeft die evolutie zich volledig doorgezet. Het trio maakt nu, zoals ze het zelf omschrijven, industrial surfgaze. Scifi shoegaze op een bedje van overstuurde industriële elektronica, zoals wij het dan maar iets beter proberen te omschrijven. Het komt er in feite op neer dat ze klinken als de overstuurde opvolgers van een aantal kille bands uit de jaren 1980. Op zich een evolutie de we wel kun smaken. Of we dat op elk moment van de dag kunnen smaken lijkt ons sterk. Dit zou âs morgens nog al eens zwaar op de maag kunnen liggen. Laat die jongens spelen met dit materiaal in een donker, stinkend punkhol en het zweet zal van de muren druipen. Want zo intens klinken nummers als het openingsduo ‘Fearless’ en ‘Needs’. Gelukkig gunnen ze ons ook de nodige adempauzes zoals in het op rustige beat drijvende ‘Pencils’. Dat maakt het allemaal net iets verteerbaarder. In ‘Vanta Black’ trekken ze de eindspurt vol aan. In ‘Betrayal’ donderen de drums op sommige momenten ongenadig hard. Slotnummer ‘Lust’ zorgt gelukkig voor een rustig eindpunt. Op zich zijn we fan van bands die zichzelf constant verder pushen. Deze Canadezen kiezen ervoor om behoorlijk extreem uit de hoek te komen. Zoals gezegd, niet voor elk moment van de dag.