Als de naam Beefcake opduikt, spitsen wij geheid de oren. Hoewel dit Duitse duo slechts minimale bekendheid in een zeer beperkte kring geniet, staat het immer garant voor avontuurlijke elektronica. Beefcake staat namelijk voor een precaire evenwichtsoefening tussen toegankelijk experiment, melancholie en melodie. De muziek van Volker Kahl en Gabor Schablitzki vertelt altijd een verhaal. Is altijd cinematografisch. Het is geen klinische sommatie van beats en sounds. Op Places gaat Kahl voor het eerst de solotoer op en hij doet dit met verve. De referenties die steevast opduiken bij de gemuteerde techno van Beefcake, namelijk het vroege werk van Autechre, Aphex Twin, Squarepusher en Black Lung, gelden nog steeds als handige aanknopingspunten, maar tegelijkertijd laat Kahl ook die patronen los. De gekende breakbeats, ambient en epische melodielijnen zijn verre van afwezig. In zijn geheel is Places echter vrijer, minder gebonden aan de regeltjes én verwachtigen. In Place 4 gaat hij bijvoorbeeld aan de slag met zware metalgitaren en is het kader niet langer IDM, maar pakweg Front Line Assembly of Meat Beat Manifesto. Flarden funk, veel orchestrale passages en een minutenlang wetenschappelijk betoog over malaria en armoede ronden het geheel af. Was de man een Brit geweest, dan had Warp hem al lang een lucratief voorstel gedaan. (www.kattoo.de)
Na te hebben gedold met Lustmord (Law Of The Battle Of Conquest), radicaal feminisme, breakcore (The Magick Of Female Ejaculation), Venetian Snares (met Nymphomatriarch als gezamenlijk project) Aleister Crowley, seks en girlpower in het algemeen is het bij Rachel Kozak (alias Raquel De Grimstone) nu de beurt aan etnisch getinte luisterelektronica. Sporadisch brommen de (sub)bassen, maar deze keer heeft Kozak haar klauwen ingetrokken. Die evolutie doet een beetje denken aan Mathis Mootz (Panacea) die als Squaremeter het ook nodig vond om in de voetsporen te treden van wijlen Muslimgauze. (www.zhark.org)
Hecq dan. Benny Boysen heet de man. Hij komt uit Duitsland en Scatterheart is zijn tweede album. Het vorige (A Dried Youth) verscheen vorig jaar op het obscure Kaleidoskop. Met een co-release op Hymen klimt hij alvast een trede hoger op de labelladder. Als voornaamste input citeert hij onder andere LUsine, Biosphere, Speedy J en James Plotkin. Net zo divers als die invloeden zijn de ingrediënten waarmee Scatterheart laag per laag is opgebouwd. Boysen gaat uiterst gedisciplineerd en bij momenten behoorlijk complex te werk, zonder de verteerbaarheid uit het oog te verliezen. Zelfs niet met 23 (!) nummers. De zoveelste aanwinst voor het Duitse kwaliteitslabel op rij!(www.hecq.de)