Howard Stelzer en Frans de Waard werken sinds 1996 al regelmatig samen, al is dit slechts hun tweede gezamenlijke langspeler (na de eerste, Torn Tongue, in 2002). De samenwerking zet zich primair voort op basis van her-gebruik van bepaald eerder gezamenlijke werk. Ditmaal is zelfs hun gehele samenwerkingsgeschiedenis als basismateriaal gebruikt. Of het hiermee samenhangt of niet, wat onmiddellijk opvalt is het verschil in sonische densiteit tussen Pink Pearl en eerder werk. Waar voorgaand werk grilliger was in haar dramatische ontwikkeling is Pink Pearl meer statisch van opbouw: zo werpt de eerste track de luisteraar direct zonder pardon midden in wat wel een feniksnest lijkt, gevlochten van sonisch prikkeldraad; een toxische kluwen – over-verzadigd, explosief en van de hoogste instabiliteit – die het sensorium net niet/net wel overbelast, deze vervolgens toch in kritische toestand doet overgaan en tenslotte meesleurt in een zelf-geïnduceerde vernietiging. En zo ongeveer gaat het over de gehele cd voort. Dat wil niet zeggen dat hier sprake is van iets dat ook maar lijkt op monochromie, of dat deze beschrijving hierboven zelfs maar voor de eerste track enigszins duurzaam is. Integendeel: bij het (her)beluisteren van deze cd ontstaan juist steeds nieuwe ervaringen. Hetzelfde proces wellicht van het (her)scheppen door (her)beluistering dat aan de basis ligt van het werk van Stelzer en de Waard zelf? Maar tevens een karakteristiek van een werk dat enerzijds op psychisch en emotioneel vlak zo abstract is, zo wars is van enige definieerbare kenmerken van wat voor humanisme doorgaat en zo expliciet is gefundeerd op direct materiële en pragmatische grondslagen en principes dat de cognitie, bij gebrek aan handvaten en herkenningstekens, ieder conceptueel of narratief kader ontbeert; en anderzijds ook een werk dat in haar onmiddellijkheid zo een directe stimulus-respons oproept dat iedere onderscheidingsmogelijkheid tussen het fysiek en de psyche wordt opgeheven.