Vorig jaar bracht Antony Harrison als Kontinnent het album ‘Opal Island’ uit op Home Normal, een label dat zich specialiseert in een mix van ambient, elektronica en folk. Meestal behoorlijk dromerig allemaal, maar op die plaat zaten er al de nodige clicks ‘n pops en dissonante drones in de mix, als hardnekkige muggen die een zomerse dag komen verstoren. Blijkbaar beviel dat, want onder zijn nieuwe alias Arev Konn heeft Harrison zo ongeveer alles weggelaten behalve dat geklik en gezoem. Gewapend met analoge toongeneratoren en oude opnameapparatuur sleutelt hij een gefragmenteerd geluidslandschap in elkaar, op een manier zoals ook Machinefabriek dat doet. Er is een vrijwel constante ondergrond van gebrom, gepiep en gesuis, dat soms langzaam moduleert, dan weer plotseling verandert. Harrison smeert de boel niet helemaal dicht, en soms zakken de drones tot tegen de gehoorgrens aan. Over die ondergrond klinkt op onvoorspelbare momenten getik, stoten ruis, verdwaalde samples, en meer analoge blips en gegons, allemaal zwaar bewerkt en versneden. Hoewel grotendeels a-muzikaal, bloedt er op een enkel moment ook nog een ‘echt’ instrument doorheen: een paar verdwaalde streken over een viool, een piano in de verte, de resten van een melodie op een klokkenspel. Maar de machinerie neemt steeds onvermijdelijk het roer weer over, tot de laatste twee minuten, die geheel gewijd zijn aan een contemplatief stukje pianomuziek. Blijkbaar heeft Harrison de herrie zijn systeem uitgewerkt, en loopt hij vast warm voor een komende ambient plaat.