Sturqen mag dan uit Portugal komen (en bij een Oekraiens label huizen), het is uit het noorden van Europa dat het duo de mosterd haalt. Uit Duitsland en Finland, om precies te zijn. Vuile synthetische ritmes, gruizige sequencers, pure sinussen als bas, ultrasone uithalen waar de kat van in de gordijnen verdwijnt: veel van Neophobia lijkt met het handboek van Mika Vainio in de hand te zijn gemaakt. Hoewel de nummers op Neophobia wat gebalanceerder, en daardoor net wat minder bruut zijn dan de ex-Pan Sonic mans heftigste momenten, is Neophobia nog steeds compromisloze, in your face post-techno met een industrieel randje. De band is daarmee terug bij de agressieve sound van hun eerste twee albums, Piranha en Praga, na het meer meditatieve Raia van vorig jaar. Helaas zijn de nodige nummers nogal formularisch een idee, twee idee, en klaar en daarmee niet meer dan fantasieloze nabootsingen. Maar wanneer het duo een rauwe groove toelaat, ontstaan toch een paar onweerstaanbare nummers in de traditie van Byetone en Grischa Lichtenberger, de meer smerige en niet al te bestudeerde uithoeken van de Raster-Noton-catalogus. Ook het proberen waard voor fans van Pete Swanson, Techno Animal en Violetshaped.