Mothertongue

‘Zijn de dagen van de journalistiek geteld?’, bedacht ik toen ik de site van Nico Muhly doorkruiste. De New Yorker heeft uitvoerig commentaar bij de boeken en films die hij recent las en bekeek (een haast verontschuldigend pleidooi omdat hij de dvd van ‘The Da Vinci Code’ kocht). Verder ook een uitvoerig verslag over een barbecue, maar net dat laatste leek ons minder relevant. Echt relevant is ‘Mothertongue’ zijn tweede soloplaat voor het Bedroom Communitylabel. Hield Muhly het bij zijn debuut nog bewust sober, enkel strijkers, en bleef hij trouw aan de klassieke muziek dan schuift hij hier nadrukkelijk een andere richting uit. ‘Mothertongue’, de vlag dekt de lading, werd opgedeeld in drie delen. In de vier eerste nummers voert hij mezzosopraan Abigail Fischer op en vindt hierdoor aansluiting met het werk van Philip Glass (detail: waar hij vroeger al mee samenwerkte). In het middenstuk trekt hij alle registers open en krijgen we enkele mooie en ook erg krachtige operanummers. Het is vooral in de slotnummers dat de plaat vervelt tot een popplaat, de vocalen bijdragen van Helgi Hrafn Jónsson en vooral van Sam Anidon (u kent misschien zijn plaatwerk op hetzelfde Bedroom Community, een beloftevolle Nick Drake adept) nemen nadrukkelijker de bovenhand. Op zich is ‘Mothertongue’ geen vreemde evolutie in het werk van Muhly, de man is het gewoon om ten dienste van iemand te staan, maar toch vonden we zijn de schrale en pure klanken die zijn solodebuut ‘Speaks Volume’ zo kleurden, minder divers maar wel een een stuk persoonlijker.

tekst:
Peter Deschamps
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!