Het internet is soms een ware zegen. Als we het zouden moeten doen met de paar woorden Engels op het hoesje van de cd van Yusuke Yukuta, zouden we behalve uitvoerder en titel van de plaat, weinig te vertellen hebben. De rest is namelijk in het Japans, de moedertaal van deze muzikant uit Tokio. Hij speelde gitaar bij de bekende afrobeatbende Jaribu Afrobeat Arkestra, een invloed die in een aantal nummers op deze plaat, ‘Oishisou Na Natsuyasumi’ voorop, duidelijk merkbaar is. Een akoestische gitaar, zijn ietwat bevreemdende stem en wat speelgoedpercussie, meer heeft de man niet nodig om acht minimalistisch aandoende liedjes neer te zetten die ergens tussen wereldmuziek en folk in zweven. Op zijn Japans uiteraard, dus niet zo doordeweeks als wat onze omschrijving doet vermoeden. Hij herhaalt en herhaalt en herhaalt tot zijn melodie zich in het hoofd van de luisteraar nestelt, terwijl zijn zang de liedjes een sprookjesachtige sfeer mee geeft. De cd van Zmi, een Japanse vrouwelijke pianiste, is al net zo onwerelds mooi. Bij haar is zelfs de titel in haar moedertaal, een titel die ‘het geluid van de wind’ betekent. Dertien pianostukken vormen één geheel. De vier seizoenen vormen de basis voor de muziek, die ingehouden en verstild klinkt, maar net zo goed opgewonden, geëxalteerd, hups en vrolijk kan klinken. Het hangt van het moment af, het weer, het getijde, de maand, de stemming, het humeur. De avond, de nacht, de ochtend, de middag, het heeft net zo goed zijn invloed op de muziek als de seizoenen zelf. De heldere noten die ze speelt en de enorme variatie in de nummers en tussen de nummers onderling maken dit ‘Fu-ne’ tot een ware ontdekkingsreis. Helemaal naar het einde toe horen we de dame heel lichtjes haar stem aanwenden, zonder woorden maar als een windje, een zuchtje, op de achtergrond. Antonio Vivaldi heeft een Japanse, vrouwelijke tegenpool.