Eén wereldster, één glampop has-been, één breakcore producer en het lief van de wereldster maken een plaatje. Het klinkt als het begin van een slechte mop, maar het blijkt een plaat te zijn die het grootste deel van de tijd euhm… – klinkt als een slechte mop. Swahili Blonde is het project van Nicole Turley (het lief van de wereldster). De wereldster is John Frusciante, ondertussen alweer ex-Red Hot Chili Peppers, ex-Swahili Blonde en waarschijnlijk ook ex-Turley. Frusciante nam de gitaarpartijen op Man Meat voor zijn rekening. John Taylor van Duran Duran mocht een streep bas komen toevoegen. Overigens dient het lidmaatschap van Frusciante niet al te ernstig genomen worden: nog voor officiële Amerikaanse release van Man Meat was hij alweer uit de band gestapt. Aaron Funk (Venetian Snares) mag de sterrenkast volmaken Funk verzorgde de mastering. Wie nog zat te wachten op bewijs dat een (halve) sterrenkast niet automatisch garant staat voor een goede plaat, heeft met deze Man Meat een waterdichte case. In de opener Elixor Fixor lijkt het nog alsof New Age Steppers aan de slag gaan met atonale saharablues en is meteen het beste nummer van de plaat, die verder vooral gevuld lijkt met improvisoire funkdub met bedenkelijke nonsensvocalen. Op zich een interessant ingrediëntenlijstje en dat het kàn bewezen in het verleden de reeds vermelde New Age Steppers, The Slits en recenter New Bloods. Maar Swahili Blonde kan het dus niet (zo heel erg goed). Dr Teeth bijvoorbeeld klinkt alsof alle groepsleden in een verschillende kamer staan te spelen, en daarbovenop nog eens behoorlijk dronken zijn, ook. Het van Bowie geleende Red Money in een ijle Slits-versie, kan er ook nog mee door. En Tigress Ritual (niet toevallig onder het co-auteurschap van de Frusc?) is ook niet onaardig. Twee degelijke songs en één cover, versus vier ronduit enerverende klotetracks: daarmee beland je dus in het stapeltje nooit meer opleggen. Het goeie nieuws: dankzij Swahili Blonde we zijn nog eens naar die vpro-heroïnedocumentaire over John Frusciante gaan kijken en we hebben eindelijk beslist: heroïne, dat gaan we in onze kennissenkring iedereen afraden.