In juni 2009 speelde het duo Kieran Hebden (Four Tet) en Steve Reid op het Meltdown Festival in het Londense Southbank Centre. Als gast brachten zij de Noorse saxofoonvreter Mats Gustrafsson mee. Mogelijk is het de laatste door drummer Reid goedgekeurde opname; hij overleed tien maanden later. Reid, die als sessiedrummer speelde met vele soul- en jazzartiesten en sinds de jaren 1970 met zijn eigen formaties, startte in 2006 een duo met elektronicamuzikant Hebden. Ze brachten vier tamelijke experimentele platen uit; het genoemde concert wordt nu door Smalltown Superjazzz als vijfde postuum uitgebracht. Samen storten Reid en Hebden een vloed van intense muziek over de luisteraar uit, waar Gustafsson aanvankelijk geen klank tussen geperst krijgt. Maar, geen zorg, ook hij laat zich niet onbetuigd. Terwijl Reid zijn ledematen vrij het drumstel laat verkennen herhaalt Hebden steeds een bezwerend loopje. Als Reid overgaat naar een stevig stampend ritme, met behoud van verrassende accenten, schieten de elektronische geluiden alle kanten op. Gustafsson schreeuwt, herhaalt en krijst met zijn sax. Met name de eerste cd van de dubbelaar klinkt vrij massief en overweldigend, met licht psychedelische solos, of, zoals in People Be Happy een vreemde ritmiek van herhaalde patronen door elk van de drie muzikanten. De tweede cd is minder massief, en laat bijvoorbeeld in The Sun Never Sets de groep van een veel vervreemdender, kant horen, met experimentele elektronica, vrij drumspel en later Gustasson zelfs mooie melodielijnen spelend. Maar niet minder intens. Een waardig en waardevol saluut aan Reid.
Bij het gelieerde Smalltown Supersound verschijnt een cd van totaal andere orde: Mungolian Jet Set is een Noors duo dat zijn psychedelische pop goed laat wortelen in de jaren 1980 disco en funk. Die invloeden, inclusief gebruik van de vocoder en afgemaakt met een vleugje spacey synthesizerklanken uit de jaren 1970, zijn de ingrediënten van de Moon Jocks N Prog Rocks, dat als single is uitgebracht. Dit nummer wordt op de langspeler Schlungs voorafgegaan door 2010 A Space Woodysey, dat zich het best laat omschrijven als symfonische dance. Ook de rest van de acht tracks wordt gekenmerkt door funky baslijnen, discoklappen en synthesizers, dansbare ritmes en tal van geluidjes. Okee, het is niet bijzonder vernieuwend en Schlungs mist in de tweede helft zeker enige gekte die het begin zo aantrekkelijk maakt, maar het is vakkundig gemaakte pop. En sprankelender dan de meest recente cd van Nederlands trots Kraak En Smaak.