Dat we er geen fluit van snappen, dat gebeurt wel eens. Zeker als het over een stel gekke Italianen gaat die op hun tweede album zeven nummers presenteren, eentje extra voor wie het digitaal wenst en op onze promo staan er tien nummers, maar geen uitleg waar die twee (of drie) extra nummers vandaan mogen komen. We verstaan ook geen Italiaans, waardoor we van het gedicht van de hand van Andrea Spinelli dat wordt gedeclameerd op een bedje van dromerige elektronica annex elektroakoestische muziek in opener ‘Ho Sentito Le Tue Mani’ geen snars begrijpen. Niet dat de vier Zwitsers (Chiasso), inderdaad, zich daar zorgen om maken. Ze drukken het gedicht gewoon af op de hoes. Zo hoeven ze geen pakkend beeld te zoeken. Alan Alpenfelt (zang, keyboards, tekstschrijver), Mario Pegoraro (bas), Alfio Mazzei (synthesizer, percussie, effecten) en Francesco Giudici (vibrafoon, gitaar, achtergrondstem) houden niet zo van hokjes en beperkingen, en laten de opener volgen door het titelnummer, een geschift soort Roxy Music (vroege periode wel te verstaan, met zotskap Brian Eno in de rangen). ‘Red Star’ zou zo van een van de dromerige artiesten kunnen zijn op Les Disques Du Crépuscule, terwijl ‘Lips’ dan weer averechtse funk is met een pakkend gitaartje en een meeslepend scanderende stem. Op ‘Distance’, ‘Alchemia’ en ‘West Ghost’ kiest het kwartet opnieuw voor de arty farty melancholie, al blijft Black Fluo, net als op de voorganger ‘Billion Sands’, aan de juiste kant van de afvoerlijn. En daarna begint de verwarring, maar dat past wel bij deze intrigerende band.