Op een dag verzamelde Bill Wells veertien muzikanten om zich heen, waaronder Jim ORourke, Takuji Aoyagi, Tori Kudo en Satoko Fuki, aangevuld met de stemmen van Saya en Kazumi Nikaido. Een bijzonder gezelschap, omdat ze uit verschillende muzikale hoeken komen en vaak nog nooit eerder met elkaar in de studio zaten. Het resultaat is een vergelijkbaar allegaartje, maar van een vrolijk stemmende, inspirerende soort. Het openingsnummer Toon City heeft enerzijds iets weg van een tango, anderzijds wordt het gekenmerkt door een lyrische, jazzy sfeer met een licht melancholieke toets. Harvest Bag is net zon curieuze mengeling van een eigentijdse samba, maar met zacht gezongen Japanse tekst. Bovendien zijn er intermezzi van koperblazers alsof er een fanfare aantreedt, en klinken hier en daar een gitaarslag en xylofoongetinkel. Pianorolls biedt een licht weemoedig pianomelodietje met zacht geneurie, maar loopt uit de hand met een improviserende harmonica en gitaar. Zo is er in elk nummer een ongewone noot of zijn er meerdere elementen die je op het verkeerde been zetten. Daarbij echter wisselt alles af en schuift het in elkaar zonder dat ergens het gevoel ontstaat dat de composities bedacht zijn. Lemondale is een uitermate fijne plaat, licht verteerbaar en tegelijkertijd knap in elkaar gezet, met een licht melancholieke sfeer en tegelijkertijd vrolijk swingend.