Merja Kokkonen, de echte naam van de Finse Islaja, is toe aan haar vierde betoverende album voor Fonal. Ze maakte een uitstapje voor de plaat Blaze Mountain Recordings naar het label Ecstatic Peace, maar het vertrouwde nest lonkt toch nog steeds net dat ietsje frivoler. Ze mag dan al verhuisd zijn naar Berlijn, deze muze heeft het feeërieke van haar vaderland, vermengd met wat duistere kantjes, nog niet verleerd. Het uitgepuurde pad dat ze in haar debuut bewandelde, is ondertussen grotendeels verleden tijd. Al begint ze de plaat wel met haar typische voordracht, verstild, zonder veel opsmuk, maar al snel komt er elektronica om de hoek kijken. Islaja wordt dan ook volwassen en slaagt er telkens weer in een stevige stap voorwaarts te zetten. En dat ondanks haar op een nomadenbestaan lijkende leven. Het lijkt wel of de jongedame altijd op reis is, van continent naar continent, om haar nog steeds in het Fins gezongen liedjes aan de hele wereld te laten horen. Voor het eerst worden de teksten naar het Engels vertaald en meegeleverd, voor degenen die toch ergens willen weten wat Islaja nu precies allemaal te vertellen heeft. Wij lezen ze niet. Ze halen misschien het mysterie en de fascinatie weg, en dat willen we onszelf niet aandoen. Keraaminen Pää is net even anders dan zijn voorgangers, en als de plaat niet beter is, dan is ze minstens even mooi en aangrijpend. Islaja maakt behalve van Avarus ook regelmatig deel uit van het steeds wisselende collectief Kemialliset Ystävät, en die hebben net zo goed een nieuwe plaat uit. Deze bende ongeregeld uit de streek rond Tampere, Finland komt op ongeregelde tijdstippen bij elkaar, en wie zin heeft doet mee. De band, al actief sinds 1995, heeft leden van onder meer The Anaksimandros, Avarus, Islaja, Kiila, Es en Päivänsäde in de gelederen. De plaat die ze nu in de rekken hebben liggen, is alweer net zo onnavolgbaar als zijn vele voorgangers. Dit is weird folk waarvoor de term werd uitgevonden. Drones, folky invloeden, spelen met een grote diversiteit aan geluiden met als belangrijkste werkinstrument de studio zelf en zonder ook maar een spoor van hippiegewauwel. Veertien collageachtige stukjes voornamelijk instrumentale muziek in een sfeer van surrealisme en acid folk volgen elkaar op. Drie jaar werkte leider Jan Anderzen aan Ullakkopalo, en dat resulteert in wat misschien wel de beste plaat van zijn collectief is geworden.