De vijf stukken die K-horns bevat, gaan naadloos in elkaar over, net als de respectievelijke titels van de stukken. Die lezen namelijk achter elkaar ein tag vor zwei jahren en inderdaad, deze plaat is de registratie van een concert dat Suboko, Carl Ludwig Hübsch en Roland Spieth twee jaar eerder samen gaven. Waarom die opname zo lang op de plank heeft gelegen is een raadsel; de vijf muzikanten improviseren hier namelijk een sonisch landschap bijeen, dat vanaf de eerste tot de laatste klank puur genot biedt. Suboko is een Frans trio (Bouto, Gully en Regreb) dat werkt met drums, metaal, objecten die het voor handen heeft, elektronica en draaitafels. Zij verzorgen in Ein bijvoorbeeld ruisende, ritselende en tikkende geluiden, een belletje en piepjes alsof er een scanner wordt gebruikt. De Duitse blazers Spieth op trompet en Hübsch voegen daar veel lucht en een kort gehonk aan toe. Het is een volkomen abstract, maar evenwichtig geluidslandschap, dat in Tag steeds chaotischer wordt op een prettige, aanstekelijke manier. Het klanklandschap heeft bij tijden beslist iets duisters, iets dreigends. Bijvoorbeeld wanneer de percussie een niet tegen te houden storm van roffelende en ratelende geluiden wordt, aangevuld met een knetterende trompet en een brommende trombone. Of wanneer de aanhoudende bromtoon gepaard gaat met vaag geritsel en geknepen geluiden. De samples en achteruit gespeelde tapes zijn dan weer een humoristische relativering. De vijf muzikanten hebben allen een lange ervaring, misschien dat daardoor hun spontane samenspel zo goed uitpakt. K-horns is een hecht geweven tapijt van klanken met wisselende, boeiende structuren.