Deze dierlijke tong is inmiddels de vierde langspeler van Evangelista (zie GC#99), de donkermoedige groep rond frontvrouw Carla Bozulich en de kernleden Tara Barnes en Dominic Cramp. Ze zetten de gitzwarte lijn van verdoemde verlossing en tergende melancholie stevig door zoals op vorige platen. Alleen zijn er ditmaal vrijwel geen bombastische muren van lawaai of scheurende gitaren te bekennen, maar ligt de focus meer op minimalisme door gearrangeerde composities die tussen klassieke en industriële sferen in zweven. Dat is ook de verdienste van de instrumentele gastbijdragen van onder andere Shahzad Ismaily (Secret Chiefs 3), Sam Mickens (The Dead Science), Nels Cline, Ches Smith, Francesco Guerri, John Eichenseer en een paar leden van Godspeed You! Black Emperor die zorgen voor verrijking in het sombere geluidsspectrum. De opener ‘Artificial Lamb’ is al meteen een schot in de roos met een portie melancholische duisternis en een kenmerkende Constellation klank die nog meerdere keren zal terugkomen. De broeierige titelsong heeft een licht no wave tintje en in het minimalistische ‘Black Jesus’ kreunt Bozulich zich een depressie. ‘Bells Ring Fire’ is een andere parel van een song met donkere cello aanslagen uit de Barok sfeer in de stijl van Ernst Reijseger en zijn soundtracks voor Werner Herzog. ‘Tunnel To The Stars’ is een beklemmende compositie met vervormde stem die draait in een opgaande spiraal van (wan)hoop. ‘Die Alone’ is een bevreemdende queeste naar de dood en ‘Enter The Prince’ is een minimalistisch juweeltje van spirituele country. Pas in de afsluiter ‘Hatching’ gaat het even los met klakkend kabaal en de dreiging loopt ten einde. Geen gemakkelijke plaat om te verteren, maar eentje die langzaam groeit uit de donkerste hoeken van uw besef en zich nestelt in uw gemoed. Schone zwaarmoedigheid voor een ingetogen beschouwing tijdens deze donkere dagen van herfst en winter.