Van iemand die platen maakte voor Raster-Noton en Mego, en die samenwerkte met leden van Coil en Chris & Cosey weet je wel ongeveer wat je kan verwachten. Glitchy elektronica, minutieuze processing, abstractie. De in Zweden woonachtige Rus Ivan Pavlov grossiert als CoH al jaren in iets wat we bij gebrek aan een betere term maar ‘post techno’ zullen dopen. Maar zoals zo velen heeft ook Pavlov een hardrockverleden. Het is nou eenmaal maar weinigen gegeven om van kinderliedjes meteen door te schakelen naar Throbbing Gristle. Dat bleek al in 2000 op ‘Iron’, waarop in ieder geval de opdracht op de hoes en een aantal titels refereerden aan een voorliefde voor heavy metal. Niet dat het ook maar vagelijk zo klonk; ‘Iron’ bevatte net zulke nerveuze glitch als zijn voorgangers. Maar op ‘Iiron’ (twee i’s) komt Pavlov toch echt uit de kast. De plaat maakt deels gebruik van samples van heavy metalgitaren, opgenomen eind jaren 1980 toen hij nog in de U.S.S.R. woonde, en die zowaar nog als zodanig herkenbaar zijn. Dat leidt tot een curieus resultaat. De vaak nogal sloppy riffs en licks gaan gepaard met spaarzame clicks en messcherpe elektronische geluiden, zonder ooit een eenheid te worden. Het is alsof een nogal matige gitarist in de oefenruimte mee staat te jammen met een voorgeprogrammeerde laptop. De dreiging die de donkere hoes van de hand van Sunn O)))’s Stephen O’Malley belooft, wordt dan ook nergens waargemaakt. Het lijkt er op dat Pavlov zich op een druilerige dag heeft willen vermaken met een handvol samples die hij al jaren bewaarde, maar die maar nooit van pas wilden komen. Hij had ze beter kunnen wissen.