Muzikant, filmmaker en beeldhouder Jez Bernholz stelt zijn debuut, How Things Are Made, voor. Elektronische art pop waarbij texturen van klank als legoblokjes in elkaar passen.
Openen doet hij met Austerity Boy, een single die al in 2012 gelost werd. Een zeurende drone gaat na ruim een minuut over in een nogal drammerig, horizontaal nummer. Ook Madonna passeert de revue met Material World, met een nog irritantere piepstem dan in het originele nummer.
De eerste drie nummers vloeien in elkaar over en zijn best te beschrijven als eendimensionale elektronica, waar spelen met structuur en ruimtelijkheid overheerst.
In het volgende drieluik, Animals, The Modernist, How Things Are Made, worden melodie en harmonie belangrijk, de stem komt op de voorgrond, al is de donkere beat nooit ver weg.
Het album mist soms een spanningsboog, de nummers lossen in elkaar op, misschien omdat ze vaak aaneengeschakeld zijn, misschien door de aard van de muziek. Mesopotamia, het slotstuk, is echter de vreemde eend in de bijt. Het is een staaltje auditieve speleologie, vele stemmen die met het geluid van druppend water door de grot galmen. Een welkome afwisseling in het klankbeeld, alleen jammer dat het – een beetje voorspelbaar eindigt met dezelfde drone waar de plaat mee begint.
Bernholz is geen zanger, hij gebruikt de stem als extra textuur, een laag die aan/uit knipt zonder narratief te zijn. No prosperity for this austerity boy (geen voorspoed voor deze sobere jongen), zingt hij in het eerste nummer, hopelijk heeft hij een andere jongen in gedachten.
Voor de techneuten: 4 track, Casio synths, digitale samplers en sequencers.