Tom Dyer runt niet alleen Green Monkey Records, hij brengt er zelf met de regelmaat van de klok ook platen uit. Hij richtte zijn label op in de jaren 1980, hield er dan een aantal jaren mee op om een doctoraat te halen en blies het label nieuw leven in omstreeks 2009. In beide periodes bracht Dyer een stroom aan releases uit van bands in en rond uitvalsbasis Seattle. Rock in al zijn vormen is zijn hobby, al mag het nooit te serieus worden. Hij houdt wel van een stukje irrelevante humor en dat is, zeker op zijn soloplaten, duidelijk te merken. Voor zijn negende plaat in amper zes jaar rekruteerde Dyer Joe Ross (Green Pajama’s) en twee leden (Scott Sutherland en Scott Vanderppol) van de band King County Queens. Met zijn vieren brengen ze een eerbetoon aan de geschiedenis van de rock die in het Noordwesten van Amerika werd gemaakt tijdens de periode 1959-1968. Volume 1 trouwens, dus er is nog meer op komst. Of we daar echt opgetogen over moeten zijn, betwijfelen we. Niet dat de keuze van de liedjes zo slecht is. Nummers van The Soncis, The Wailers, The Ventures, The Fleetwoods, The Frantics en Paul Revere & The Raiders: daar is niets mis mee. Met te veel respect voor de originele nummers maakt Dyer er te weinig iets eigens van om de plaat te doen boeien. We hadden eigenlijk gewoon liever dezelfde liedjes in hun originele versie achter elkaar gehoord, zo weinig wordt er mee gedaan. Dit is alleen maar een verzameling covers die een glimlach op onze smoel teweeg brengt. Meer niet.