Eerlijk: we hadden het niet meer verwacht. Een paar heel straffe songs stonden er op het debuut van de jonge honden van Vessels, maar de losse tracks die ze erna op de wereld loslieten, klonken meer als een formule dan als spannende instrumentale rock, en ook live waren ze nog niet echt overtuigend. Maar kijk: na enkele luisterbeurten van hun tweede plaat moeten we onze mening herzien. Helioscope is wel degelijk een straf werkstuk geworden. Het eerste wat opvalt: het hermetische van White Fields And Open Devices is quasi volledig verdwenen. Dat heeft te maken met de klankkleur (minder mineurakkoorden, minder reverb, minder achtergrondlawaai), maar ook met de heldere productie, waardoor de dynamiek meer tot zijn recht komt. En dat is nu eenmaal essentieel voor groepen als Vessels en 65 Days Of Static. Zo klinken zelfs de complexe nummers niet langdradig, maar gefocust. De sterkste tracks situeren zich in het begin: zowel Monoform als The Trap bouwen op een spannende manier op naar een felle kopstoot van een finale. En met Recur hebben ze een uptempo, catchy song in huis. Het is even wennen aan de niet zo toonvaste zang, maar die zit hoe dan ook niet te luid in de mix, past perfect bij de muziek, en werkt op den duur aanstekelijk. Dit openingstrio illustreert de sterkte van de groep: ze combineren subtiel opgebouwde nummers in de stijl van Mogwai met het strakke en chaotische van 65 Days Of Static. De rest van het album gaat verder op dit elan en laat zich zelden op een zwak moment betrappen. Natuurlijk, Vessels hebben de tijdsgeest niet meer mee: de muziek die ze maken is niet meer zo hip als enkele jaren geleden. Groot zullen ze dan ook nooit worden, maar desalniettemin: voor wie de stroming volgt, is dit een plaat om niet te missen.