Gumbo

De Weense producer Branko Jordanovic verzorgt al jarenlang onder het iets gemakkelijker uitspreekbaar pseudoniem Brenk de beats en sounds voor heel wat Oostenrijkse en Duitse hiphopartiesten. Dat zijn producties zonder problemen ook op eigen benen kunnen staan, bewijst hij op zijn nieuwe soloplaat ‘Gumbo’. Gedurende vijftig minuten krijgt de luisteraar maar liefst veertig (!) korte tracks voorgeschoteld – een beetje hoofdrekenen leert ons dat het gros van de tracks slechts een dikke minuut duren; uitlopers houden het drie minuten en langer vol. Het is niet geheel duidelijk hoe Brenk te werk gaat voor zijn instrumentale hiphop te creëren. Vermoedelijk komen er alvast enkele draaitafels, een degelijke sampler en bakken obscuur vinyl aan te pas. Brenk last vooral geluidsfragmentjes uit funk-, soul- en kitschplaten uit de jaren 1970 aan elkaar en blaast aldus oude platen een tweede leven in. Op talrijke momenten levert dat schitterende muziek op. ‘Don’t Stop’ vormt een schoolvoorbeeld van Brenks werkwijze: een gerecupereerde beat ondersteunt een dialoog van een aanstekelijk basloopje, warme Rhodesklanken en een fuzzy gitaartje. Een lome doch vooral eigentijdse instrumental knalt uit de boxen. Slechts een paar kleinere tracks (b.v. ‘Cavemans Sunrise’) blijkt Brenk stiefmoederlijk behandeld te hebben; de overgrote meerderheid is prima materiaal.

tekst:
Jo Vanderwegen
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!