De multimediale bagage van Yves De Mey sijpelt door in zijn muzikale evolutie. De Belg begon ooit aan een filmopleiding, maar zag algauw meer brood in een carrière als klanktechnicus, met een sterke interesse in theater. Onder zijn pseudoniem Eavesdropper bracht De Mey al een aantal soundtracks van dansvoorstellingen uit, onder andere het eclectische Shotcrete, een allegaartje van drum n bass en breakbeat. Het geluid op de nieuwe plaat Frisson is minder abstract en leunt sterk aan bij dubtechno. De klemtoon ligt op verfijning en diepte. Het album, uitgebracht via De Meys eigen Archives Intérieures, is samengesteld uit amper drie bronnen: een Roland SH-101, een Korg MS-20 en een Roland System 100 sequencer. De titeltrack & opener wordt aangedreven door een zinderende dub baslijn met lichte modulaties in crescendo. Het nummer weet vlot tien minuten te boeien. Empty Prints is zoals de titel aangeeft kaler en spaarzamer, met hoge en scherpe frequentietoetsen die worden uitgespeeld tegen de achtergrond van een balorig bassignaal. Op Cadence haalt het dubritme opnieuw de overhand met lichte ruispatronen en sequencerexcursies. De plaat sluit af met Isorhythmia, een boeiende ritme oefening met breed uitwaaierende ruislagen. Er volgen nog 2 remixen van dat nummer, waarvan één van de hand van De Meys muzikale compagnon de route Peter Van Hoesen. Met amper vijf nummers en twee herwerkingen blinkt Frisson uit in reductionisme, maar vooral in doeltreffendheid. Een vervolg laat hopelijk niet te lang op zich wachten.