De manier van zaken doen van Stevo is al even legendarisch als zijn label: vernieuwende muzikanten (Soft Cell, Einstürzende Neubauten, Coil enzovoort) krengen begin jaren 1980 vrijwel ongelimiteerde budgetten voor hun opnames, maar zagen nadien geen cent van de verkoopopbrengst. Behalve woedende zakenpartners heeft deze werkwijze enkele baanbrekende platen opgeleverd, die sinds kort systematisch worden heruitgegeven. Dat een diepe duik in een beerput soms parels oplevert, wordt aangetoond door de eerste platen van Psychic TV. Met het gemak van de voorkennis kunnen we stellen dat Psychic TV anno 1981-1983 dankzij het meervoudig getalenteerde deelnemersveld een supergroep mag genoemd worden. Genesis P-Orridge neemt in 1981 zijn ‘Sleazy’ maatje Peter Christopherson mee uit Throbbing Gristle, en omringt zich met een schare medewerkers die elk op hun eigen manier nog van zich zal laten horen: Alex Fergusson (zowat de enige in dit gezelschap die over voldoende technische bagage beschikt om zijn instrumenten te bespelen), gastvocalist Marc Almond, Geff Rushton (later John Balance/Coil), David Tibet (Current93), Monte Cazazza, Jordi Valls (Vagina Dentata Organ), Andrew Poppy enzovoort. Elk lid brengt zijn eigen obsessies, veldopnames en gebruiksvoorwerpen mee, wat resulteert een bizarre maar perfect geslaagde mix van absolute meligheid (de kinderliefdesliedjes ‘Just Drifting’ en ‘Stolen Kisses’), dreigend industrieel lawaai, gestoorde popmuziek (‘The Orchids’) en rituele uitspattingen. Het geheel wordt overgoten met (perfect stereofonisch opgenomen) gevonden geluiden (aanvalshonden, rinkelende telefoontoestellen, handvuurwapens, enzovoort) en een arsenaal rituele voorwerpen (Tibetaanse dijbeenfluiten klankschalen, bellen) en vooral de zeurende vocalen van de gestileerd kwaadaardige hogepriester P-Orrdidge. In zijn kerk verwijzen valse kerstliedjes (‘White Nights’) naar de massa(zelf)moord in Jonestown, en zijn sommige hymnen (‘Always Is Always’) bij elkaar gepend door die andere boosaardige sekteleider Charles Manson. Er wordt ons gevraagd te geloven dat heel die Temple Ov Psychick Youth één grote parodie was, maar toch lijkt Genesis bij momenten verdacht veel te genieten van zijn status als cultleider. Beide albums zijn verpakt in digipacks met het originele artwork (inclusief de typische slordigheden van Stevo). We worden verondersteld warm te lopen voor het feit dat de uitstekende maxi ‘Themes’ (net als bij de de originele elpeeversie) als tweede cd werd toegevoegd aan ‘Force’, maar dat is al eerder (1995) gebeurd. Misschien wou men de vinylversie evenaren door dit keer bewust te kiezen voor twee discs? In elk geval zijn beide albums iconen van de (post)industriële tegencultuur, en werden ze in hun genre zelden geëvenaard. Er bestaan verdoemde mensen met tweehonderd Psychic TV releases in hun kast. Zij zullen je vertellen dat je maar twee albums echt nodig hebt: ‘Fore The Hand Of Chance’ en ‘Dreams Less Sweet’. Geloof hen, ze zijn de sleutels tot de Tempel.