Een jongen wordt gedumpt door zijn lief. Hij ontmoet een andere jongen, net gedumpt door zijn lief. Liefdesproblemen zijn het beste glijmiddel voor diepgaande conversaties. Ze besluiten een band op te richten. De éne kent een meisje dat op een eiland woont. Ze vragen haar of ze niet in hun band wil zingen. Het meisje is wat verlegen en weet niet goed wat zeggen. Ze vertellen haar hun levensverhalen:de éne is kok en gedumpt door zijn lief, de andere schilder en gedumpt door zijn lief. Ze bezwijkt. Op weg naar hun eerste repetitie pikken ze nog een koorknaap en een drummer op. Hun reptitielokaal is een verlaten atelier met uitzicht op treurwilgen. Het verzamelde werk van Low ligt naast de geluidsinstallatie en de versterkers hebben nog lampen. Hun muziek is een deken waarin ze zich warm en veilig voelen. Hun eerste optreden is op de opening van een kunsttentoonstelling. Schoonheid biedt troost.