Het Europese orkest Zeitkratzer blijft de grenzen van wat mogelijk is met een ‘klassiek’ instrumentarium verder oprekken. Geïnspireerd door de ideeën en geluiden uit de elektronicahoek werkte het orkest in de ‘Electronics’-serie eerder samen met Carsten Nicolai en Keiji Haino. Op het vierde deel zijn herriemakers Whitehouse aan de beurt. Het is lastig om er anders naar te luisteren dan in verwondering over het hele idee: los van een theoretisch akoestisch reli-folk trio van joodse vrouwen is er weinig wat zo in strijd lijkt met de Whitehouse-ethiek (mochten ze die hebben) als een (modern) klassiek orkest. Maar als je dat punt eenmaal voorbij bent mogelijk helpt daarbij dat Zeitkratzer de meest confronterende titels uit de weg is gegaan is ‘Electronics’ een knappe plaat. ‘Munkisi Munkondi’ doet denken aan een John Zorn-project: een orkest waarin ieder zich op een andere dissonante toon lijkt te hebben toegelegd, terwijl de percussiesectie wild om zich heen slaat en een saxofoon er atonaal door heen toetert. Het lijkt chaos, maar gaandeweg openbaart er zich een complexe orde. Op andere nummers wordt de massa pijnlijke boventonen die Whitehouse doorgaans oproept trouw door de strijkers nagebootst, en blijkt de scheidslijn tussen experimenteel modern klassiek en power electronics veel minder scherp dan je op voorhand zou verwachten. Dat maakt ‘Electronics’ overigens voor grote delen ook net zo’n migraine-aangelegenheid als veel van de Whitehouse-catalogus. De vertaling van ‘Bia Mintatu’, oorspronkelijk een redelijk beheerste drone-track te vinden op ‘Racket’, verandert in iets waar Einstürzende Neubauten ten tijde van ‘Das Schaben’ zich niet voor hadden hoeven schamen. De interpretatie van Alvin Luciers werk op ‘Old School’, onderdeel van de reeks waarin Zeitkratzer eer betuigt aan oudgedienden uit de new music en avant-garde, is een heel andere aangelegenheid. De vertolking van Luciers proto-drones is trouw aan de originele minimale composities. Afgezien van twee nogal academische, percussieve stukken de een voor triangel, de ander voor ‘objects’ (i.e. de inhoud van het keukenkastje) bestaat de muziek vooral uit veelal dissonante strijkers, die vaak niet te onderscheiden zijn van oscillatoren, wat de plaat ook voor fans van bijvoorbeeld Eleh of Eliane Radigue interessant maakt. Er zullen nog twee platen in de ‘Old School’ reeks volgen, gewijd aan Morton Feldman, respectievelijk Karlheinz Stockhausen. Und so weiter, zullen we maar zeggen.