In feite is de muziek van de Amerikaanse componist Phil Niblock de afgelopen kwart eeuw niet of nauwelijks veranderd. Niblock, net zeventig geworden, is een van de grondleggers van de zogenaamde drone-muziek. Anderen zijn wellicht verder gegaan, maar de massa van Niblocks muziek hebben maar weinigen weten te benaderen. In zijn muziek gaat het om klankblokken of klankmuren waartegen je bijna kunt leunen. Die granieten klankblokken zijn zijn constante. Wat varieert, is de wijze van uitvoering. Hij kan muziek schrijven voor minimale (akoestische) bezettingen, maar ook voor uitgebreide ensembles, of voor elektronica. Wat dat betreft, werkt hij even makkelijk met popmuzikanten als met musici uit impro en modern klassieke hoek.
Op Disseminate staan daarvan drie proeven, alle drie ruim 22 minuten lang. De plaat begint met Disseminate Ostrava, gespeeld door het Tjechische 41-koppige Ensemble OCNM, voor het Niblock-krachtveld aangevuld met leden van het Janacek Philharmonic Orchestra. Het tweede nummer is Kontradictionaries, gespeeld door het Duitse Kontra Trio (basfluit, contrabassaxofoon en contrabastuba). Dit stuk klinkt minder massief. Niettemin hoor je meer dan het trio: Niblock ging met de opnamen van het trio de studio in en ging daarmee aan de slag. Als laatste speelden de musici hun partijen bij die opnamen. Het laatste nummer, Disseminate Q-02 wordt gespeeld door het Brusselse Q-02 Ensemble voor de gelegenheid vijf musici: viool, cello, basklarinet (en sopraansaxofoon), fluit en trombone.
Waar het op neerkomt, is dat Niblock verschillende vormen van klankblokken presenteert, van tamelijk hermetisch gesloten (Disseminate Ostrava; maar toch ook Disseminate Q-02) tot redelijk open en luchtig (Kontradictionaries).
Voor de luisteraar is deze cd geen gemakkelijke opgave. Toch gebeurt er beduidend meer dan je zou denken. Het beste kun je de muziek hard draaien. Gewoon de volumeknop redelijk open (doe het op een dag dat je buren er niet zijn) en laat je omringen door de klanken. Maak deel uit van het klankblok, ga er in op en merk dat de klanken minder hermetisch zijn dan gedacht. Er zit wel degelijk beweging in deze muziek. Beweging en ontwikkeling. Misschien niet op het eerste gehoor, maar wel degelijk in diverse lagen, onderaan en bovenaan het klankspectrum. Je voelt ze wellicht meer dan dat je ze hoort, maar ze zijn er wel degelijk.
En daar, in die onvermoede regionen, gebeurt het wonder: deze muziek leeft, deze muziek zindert. Deze muziek is.
En daaraan ontleent deze muziek haar bestaansrecht.