Met hun vierde plaat Departure slaat The Soft Hills, een vierkoppige band uit Seattle, een nieuwe weg in: diep naar binnen, het eigen hoofd in. Die introverte klank, die soms zelfs neigt naar een niet te overkomen gevoel van hopeloosheid, stamt deels uit de barre omstandigheden waarin het album werd gemaakt: na twee Europese tours liep de spanning tussen frontman Garret Hobba en gitarist Matthew Brown zo hoog op dat Brown het veld moest ruimen, maar toen pakten ook de overige twee bandleden hun biezen. Hobba bleef alleen over, maar was vastbesloten om deze plaat af te maken tot hij werd geveld door gezondheidsproblemen, die eindigden in een mentale ineenstorting. Toch kwam het album er, met hulp van bevriende muzikanten. Wat er overblijft van de band op deze vierde plaats is de enigszins dromerige klank en de nieuwsgierigheid naar het experiment, al is die zin voor avontuur op dit album vooral in de zang te horen de rest blijft wat braaf.