In de lente van 2010 was de uit San Francisco afkomstige band Deerhoof curator van het in De Kreun, Kortrijk gehouden Sonic City-festival. Hun eclectische muzieksmaak werd meteen duidelijk in de programmatie: Gorge Trio, The Kids, Talk Normal, Daan Vandewalle en zo nog wel wat minder voor de hand liggende artiesten. Het kwartet, bestaande uit Greg Saunier, Ed Rodriguez, John Dieterich en de zoetgevooisde Japanse Satomi Matsuzaki, speelde er uiteraard ook zelf, maar wist ons op het podium niet helemaal te overtuigen. Net niet, zoiets. Voor hun elfde langspeler gooide Deerhoof alle conventies overboord. Ze namen hun nieuwe plaat niet op in hun vertrouwde studio op de gebruikelijke manier, maar wel in oefenruimtes en kelders zonder enige bemoeienis van buitenaf. En dat werpt zijn vruchten af. De plaat is meer ingehouden, ingetogen ook, heel wat meer dan zijn voorgangers. De dwarse drumritmes zijn een beetje naar de achtergrond verschoven, ten faveure van kronkelend en bizar gitaarwerk en onverwachte geluiden. Het geluid is poppier dan voorheen, al blijft het kwartet volop experimenteren, met geluid en ruimte tussen de noten, met de zang (opener Qui Dorm, Nomès Somia is bijvoorbeeld in het Catalaaans) en onorthodoxe melodielijnen. Het klinkt allemaal net dat beetje anders en toch weer niet. Deerhoof blijft gewoon de grenzen van avantpop oprekken en slaagt daar wonderwel in.