Naast Scandinavische thrillers bestaat het fonds van de Bredase uitgeverij De Geus vooral uit vertaalde literatuur met enige waarde. Zo zijn ze al jaren de vaste leverancier van de Nobelprijswinnaar (dit jaar Mo Yan, de afgelopen jaren Le Clézio en Hertha Müller). Een Nobelprijs is voor de Colombiaanse Antonio Ungar nog veel te vroeg, maar dat wil niet zeggen dat De Presidentskandidaat uw kostbare tijd en aandacht niet waard is. De Zuid-Amerikaanse auteur schetst in dit boek een onthutsend beeld van een Latijns-Amerikaanse dictatuur. Op de dag dat Pedro Akira, de belangrijkste oppositiekandidaat in de strijd tegen de zittende dictator Fluit, wordt vermoord, verandert het leven van nietsnut José Cantona. Hij lijkt immers zo hard op Akira, dat hij wordt gevraagd om diens dubbelganger te spelen tot na de verkiezingen.
In het begin lijkt Ungar voor de parodie te kiezen. We krijgen een wat droogkomische verteller die zijn relaas begint met Van het een kwam het ander, maar al snel wordt de verteltoon een stuk strakker en volgen de gebeurtenissen elkaar razendsnel op. Er lijkt geen tijd om veel stil te staan, en daar loopt het ook een beetje mis. Door de vaart verliezen we ook onze emotionele betrokkenheid met Cantona. Gelukkig blijft dat niet zo, want zodra Ungar een plottwist tevoorschijn tovert die het hele verhaal ondersteboven haalt we gaan die u niet verklappen krijgt het boek een emotionele geladenheid die de lezer bij momenten naar de keel grijpt. Vooral het liefdesverhaal dat Ungar tussen alle verhalen van corruptie en doodseskaders verweeft, doet het boek uitstijgen boven het thriller-niveau. Het is misschien literair niet zo hoogstaand als Het feest van de bok van Mario Vargas Llosa, maar voor wie Zuid-Amerika probeert te begrijpen is De Presidentskandidaat volgens ons net zo essentieel. Dit boek verschijnt trouwens in de Oxfam Novib-reeks, waarmee de organisatie niet-westerse auteurs een breder podium wil geven.