Wat een te gekke plaat, dit debuut van De Kliko’s! De bandnaam doet op het eerste gezicht misschien wat flauw aan, maar is in feite programmatisch: alles wat vies en vuil is, kan zich in de belangstelling van De Kliko’s verheugen, zowel muzikaal als tekstueel. Vanwege de Nederlandstalige teksten en het beat-idioom werd de band al vergeleken met ZZ & De Maskers en Het (van de hit ‘Ik Heb Geen Zin Om Op Te Staan’). Of recenter: De Kik, waarmee de band al regelmatig het podium deelde. In de eerste paar liedjes, zoals opener ‘Radiator’ (“Het is koud in huis/Ik trek mijn wintersokken aan/En mijn moeder/Heeft de groentensoep op staan”), hangt inderdaad eenzelfde spruitjeslucht, omlijst door een heerlijk rauw gitaarrandje. Voor dat gouden rauwe randje blijkt Crypt Records-baas Tim Warren verantwoordelijk en dat wordt in de loop van de plaat steeds duidelijker. Vanaf track vier, ‘Zoals Je Bent’ (“een eenzame, keiharde kloteballad”), komt er meer vaart in en worden we getrakteerd op een aantal potentiële klassiekers van jewelste: het melancholische ‘Marieke’, het dreigende ‘De Fik Er In’, dat op een plaat van Thee Oh Sees niet had misstaan, en het werkelijk briljante ‘Niks’ (“Ik wil niks, niks, helemaal niks!”), waar Jack White zijn neus niet voor zou ophalen. Hier toont de band dat zij echt wel meer is dan een grappig retro-bandje. Dit is bloedserieuze garagerock in de traditie van The Oblivians, The Lyres en The Monsters, waarin de Nederlands(talig)e roots (The Scene, De Kreuners, Doe Maar) niet ontkend worden. ‘Hé Poesje’ kan zich tekstueel zelfs meten met De Jeugd Van Tegenwoordig.