Dit blad heeft een ingenieuze databank waardoor men soepel recensies uit het verleden kan opvragen. Puur uit nieuwsgierigheid tikten we Machinefabriek in onze zoekfunctie in en kwamen uit op een kleine dertig verwijzingen. Nu zijn er wel meer muzikanten die blijk geven van een uitzonderlijke werkvlijt, alleen is het zeldzaam dat een imposante catalogus ook garant staat voor kwaliteit. Bij Rutger Zuydervelt lijkt die stelling alvast op te gaan. De Nederlander uit Arnhem ontgroeit wel steeds meer de mooi verpakte 3cds waar hij zijn handelsmerk van maakte en stapt met zijn laatste releases over naar grotere labels. Echt groot kun je Dekorder en 12k niet noemen, maar ze gelden wel als twee kwaliteitslabels die hard aan de weg timmeren. Is het een rusteloze zoektocht naar het einde van zijn inventiviteit of veeleer een lage attention span, feit is dat Machinefabriek steeds op zoek lijkt te zijn naar nieuwe invalshoeken. Op Dauw waagt hij zich in het openingsnummer Porselein aan een akoestisch gitaarstukje dat hij inbedt in een zachte geluidsgolf. Fonograaf en Engineer steunen dan weer vooral op een uitgesponnen geluidlaag. Titelnummer Dauw brengt opnieuw de gitaar naar boven, maar het is vooral het magistrale slotnummer ‘Singel’ (live opgenomen in de Antwerpse cultuurtempel) dat zich als een waar epos zacht ontsluiert. Op Box Music gaat hij een samenwerking aan met Stephen Vitiello, deze laatste bouwt sinds 1988 gestaag aan zijn carrière en leverde met Listening To Donald Judd een mooie plaat af op Sub Rosa. Fijn element aan Box Music is dat de titel van elk nummer de geluidsbronnen weergeeft, Field Recordings, Rocks, Speakers waren de basis voor het derde nummer, Broken Record, Cassettes voor de het vierde nummer. Ondanks de diversiteit aan instrumenten overheerst toch vooral de ingetogen, haast sacrale sfeer en klinkt de plaat vaak alsof ze aan het inslapen is. Ideaal luistervoer om de nacht door te komen.