D’aquii

Foehn Records. De naam hangt als een vage schim in de hersenschors. Het komt plots allemaal weer voor de ogen. Sonar 2003, het was de tijd dat elektronica nog hoogtij vierde in vormen van kabaal, speelsheid en intelligentie en het festival draaide rondom die geluidshype. Foehn Records had daar toen ook wat speelruimte, een showcase noemen ze dat bij Sonar. Stijlen zoals soundscapes, ambient en experimentele rock stonden toen nog zeer laag in de pikorde van de geluidsbepalers en bewierokers, hun tijd een aantal jaren vooruit op de jaren die zouden volgen. Inmiddels weten we hoe de klok getikt heeft en welke tijd gekomen is. Zo ook voor Foehn. Het label werd in 2001 opgericht in Barcelona als een uithangbord voor Spaanse muziektalenten in alternatieve en experimentele vorm. Zeven jaar verder telt het Catalaanse label zeventien uitgaven, allen onbekend en onbemind buiten Spanje. Tijd om de lage landen kennis te laten maken met de nieuwste lichting. ‘D’aquii’ van Balago is direct een shot in de roos vanaf de eerste tonen. Het trio bestaat uit de componist David Crespo, Mariona Sala op de cello en Roger Crespo die de samplers beheert. Wanneer die eerste tonen aanzwellen, lijkt het of Stars Of The Lid samensmelten met Tarentel en Colleen. En ergens is het toch helemaal anders en uniek, beladen met een donkere melancholie die bij het herhalen van de passages meer nadruk geeft aan sfeer dan aan melodie. We horen flarden postrock, soundscapes, veldopnames en minimale klassieke elementen door elkaar heen, ze glijden langs elkaar en geven elkaar de ruimte om zich te laten weergalmen. Juist die afwisseling van sfeer en klank maakt het tot een plaat die overloopt van kwaliteit. Verstilde pracht. Zo horen we ze niet vaak, vooral niet uit het verre Zuiden. We noteren alvast met zwarte stift een plaats in de eindlijst. Naar de volgende Spaanse nieuwe. Marina Gallardo is niet alleenstaand, maar is een kwartet rondom de stem van de Andalusische Marina uit Barcelona. Het debuutalbum ‘Working To Speak’ wordt door de Spaanse pers omschreven als een gooi naar het (stem)geluid van Hope Sandoval en haar Warm Inventions. Op het eerste gehoor klopt dat deels, maar als de pers wat ijveriger en gedurfder was geweest dan hadden ze wellicht Carla Bozulich er ook bij betrokken. Niet om arme Marina een eeuwig vergelijkingscomplex te geven, want haar stem balanceert goed tussen de laatstgenoemde vrouwen; tussen lieftalligheid en scherpere randjes, waarbij haar sluimerende Spaanse accent niet misstaat. De begeleiding wisselt zachte tokkelstukjes af met gitaarexplosies en dat maakt het tot een degelijke Engelstalige songwriterplaat. Alleszins beter dan de meeste Spaanse songwriters die in het Engels durven zingen. Ten Thousand Islands is een collaboratie tussen Maria Montferrer en David Crespo, waarbij de nadruk ligt op indie aangevuld met sfeergeluiden en veldopnames. Het zijn enkel de geluiden van Crespo die beter overkomen dan het beverige stemgeluid van Montferrer. Helaas de minder lekkere appel van de drie. Dat we Foehn Records vanaf nu goed in de gaten gaan houden, is bij deze dus duidelijk.

tekst:
Seb Bassleer
beeld:
Balago_Daquii
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!