Color Me

De Parijzenaar Miles Oliver is na ‘Breathe’ en ‘I Miss Boredom’ toe aan zijn derde album vol singer-songliedjes. Hij varieert van ingetogen nummers op zijn akoestische gitaar (het titelnummer) en met stevige aanslagen op zijn elektrische gitaar onderbouwde pseudo-rockers (‘Saturdaze’). Het zijn die iets wildere opflakkeringen die herinneren aan zijn vroegere muzikale loopbaan, toen hij vooral in hardcorebands actief was. Donkere en dromerige folk vormt voor éénmansband Miles Oliver de nieuwe uitdaging. Qua sfeer, en ook door zijn stem, komt hij ergens uit tussen Vic Chesnutt en Bonnie Prince Billy. Dat hij eigenwijs is, laat hij ook blijken door stukjes poëzie tussen en in zijn liedjes te zetten, zoals het een halve minuut durende ‘Money For The Sea’. ‘Black Fence’ laat hij naar het einde toe ontaarden in een stevige portie feedback, waardoor hij van ‘Color Me’ een behoorlijk eclectisch geheel heeft gemaakt. Antoine Mermet uit Lyon opent zijn eerste plaat als Saint Sadrill met ‘Waiting For Him’. Bij het begin en op het einde van het nummer, twaalf minuten luistergenot, laat hij zijn ietwat ijle stem horen en laat hij ons vermoeden eveneens met een folkie van doen te hebben. Maar na een minuut of twee zet de complexe elektronica in. Geen folk of singer-song meer maar bezwerende avant-techno, verwant aan wat in de klassieke muziek als kamermuziek wordt benoemd. ‘Corq’ is een bevreemdend popliedje, terwijl afsluiter ‘Happy Humans’ vol zit met meditatief aandoende psychedelica. Mermet kijkt niet op een experimentje meer of minder. Dat deed hij ook al niet met zijn bands Chromb! of The Very Big Experimental Toubifri Orchestra of als Baiakesh. Als saxofonist, zanger en producer die frequent remixen maakt (FurhersetStrapontin) wil hij met dit project duidelijk bewijzen dat hij net zo veelzijdig kan zijn als bij zijn andere projecten. Het spontane van een concert weet hij dan weer te vatten door de plaat slechts in twee dagen volledig in te blikken. Alleen zijn stem zou een afknapper kunnen zijn. Het uit Brisbane, Australië afkomstige gezelschap Hazards Of Swimming Naked houdt het bij, op samples na, instrumentale postrock die mooi binnen de lijntjes kleurt van wat Mogwai en Mono al voordeden. Al zondigt de band tegen zijn eigen regels. In ‘Sofðu Unga ástin Mín’ zingt Bjarnheiður Kristinsdóttir
 een meer dan honderd jaar oud Ijslands slaapliedje waarrond de band muziek heeft geschreven. Het is vooral die zoektocht naar schoonheid, naar het bedwelmende van naar perfectie neigende klanken die ervoor zorgt dat de Australiërs toch niet helemaal klinken als de grote voorbeelden uit het postrockgenre. De voor de gelegenheid als zestal spelende groep wordt nog uitgebreid met een ruim stel strijkers en een pianist. Een grotendeels ingetogen en betoverende postrockplaat zet zodoende Hazards Of Swimming Naked na negen jaar stilte weer prominent in de kijker.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Miles_Oliver_Color_Me
geplaatst:
zo 24 nov 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!