Op voorganger ‘Wheel’ liet Laura Stevenson reeds horen dat ze terecht het laken helemaal naar zich had getrokken na twee platen te hebben uitgebracht als Laura Stevenson & The Cans. Ze kreeg muziek met de paplepel ingegoten, zette haar eerste stappen in het punkrockwereldje, maar vond dat al snel een beetje te bekrompen en eenzijdig. Ze wilde meer. Country en folk mochten erbij, net als rustige singer-songliedjes. De punkattitude bleef Stevenson echter wel trouw en dat leidde tot een gevarieerd album waarop eerder genoemde genres elkaar een beetje afwisselden. Hier en daar klonk ze nog wat onzeker, al had dat binnen het kader van ‘Wheel’ wel zijn charmes. Na uitgebreid te hebben getoerd koos ze voor een vastere verblijfplaats in een oude Victoriaanse woning (eerder een bordeel), waar ze al snel een eigen studio inrichtte. Die weloverwogen beslissingen komen de sound op ‘Cocksure’ zeker ten goede. De plaat klinkt uitermate gebalanceerd, haar zeggingskracht was nooit eerder zo overtuigend en ook het ietwat zeurderige stemgeluid dat op de voorgangers nogal eens voor irritatie durfde te zorgen, is helemaal verdwenen. Stevenson gebruikt een krachtige stem, die wat punky aandoet, een beetje in de richting van riot grrls zonder het schreeuwen. Neem ‘Happier, Etc’ bijvoorbeeld, een stevige rocker waarop haar vier muzikanten volledig loos mogen gaan terwijl ze zelf de longen uit haar punklijf zingt. Net als voorheen is er volop variatie. Van ingetogen naar rauw, van bijna pop tot stevige rock. Het grootste verschil lijkt ons echter dat zowel de country als de folk die ze voorheen koesterde, deze keer naar de prullenmand werden verwezen ten voordele van de coherentie tussen de elf nummers. Denk bijvoorbeeld aan het meest gedreven werk van Liz Phair om het werk van Stevenson te plaatsen.