Dat Harris Eisenstadt drummer is, kan de luisteraar niet ontgaan: het drumwerk wordt flink op de voorgrond geplaatst in de geluidsmix, en het album wordt lekker onbescheiden geopend met een lange roffel (of korte drumsolo, het is maar zoals je het wilt zien). Met een bezetting van trompet, sax, vibrafoon en bas werkte de uit Toronto afkomstige Eisenstadt twee jaar lang aan de opvolger van het debuutalbum. Via deze soepele, uiterst relaxed gespeelde jazz heeft hij geprobeerd de zomerse vakanties uit zijn jeugd aan de meren ten noorden van Toronto in geluid weer te geven, en dat is zonder twijfel geslaagd. Je kunt je gelijk voorstellen dat die eindeloos uitgesponnen tijd van zonnig geluk zo klinkt. Gecomponeerde muziek en improvisaties wisselen elkaar naadloos af; op zichzelf staande solos komen nauwelijks voor. De mannen zijn goed op elkaar ingespeeld en geven elkaar de nodige ruimte. Vooral de uitgeschreven stukken worden ingetogen gespeeld, in de vrije gedeeltes kan het er stevig aan toegaan.