Binnen de vrije improvisatie is zo’n eerste beluistering altijd een duik in het diepe, een tocht op lemen voeten die de luisteraar confronteert met onzekerheden en (soms confronterende) beperkingen, maar net zo goed met verrassingen en ideeënweelde. Het gebeurt echter zelden dat het meteen zo de oren doet spitsen als bij deze plaat van de Franse pianist Frédéric Blondy en de Zwitserse altvioliste Charlotte Hug, een duo dat al sinds het midden van het vorige decennium in de weer is met elkaar. ‘File under: free improvisation’ staat er op de achterhoes, maar aanvankelijk zal je geneigd zijn om dit in te delen bij de moderne klassiek. Wat tijdens deze twaalf stukken, opgenomen in 2008, te horen valt, getuigt immers van zo’n rijkheid, focus en gevoel voor richting, dat je regelmatig het gevoel hebt naar genoteerde muziek te luisteren. Het gaat er zeer expressief aan toe, zowel in volume als in densiteit van ideeën en gebruikte technieken. De twee beheersen het complete arsenaal tot in de puntjes, en zelfs in zo’n sterke mate dat je regelmatig gaat beginnen twijfelen of je (prepared) piano, altviool of Hugs stem hoort. Het is een feest van textuurverkenningen, van klanken die bewegen van het ijle naar het schurende, donderende en snerpende. In het ene stuk dromerig, in het andere abrupt verspringend, knorrig stuiterend of duizelingwekkend intens. De geest van John Cage en Morton Feldman is nooit veraf. ‘No overdubbing or electronic modification was used’ staat er ook, en er is slechts een paar minuten voor nodig om te beseffen met wat voor een klasbakken je hier te maken hebt. De lange duur (73 minuten) kan een struikelblok zijn, maar wie voorbereid en met een open geest aan de meet komt, die wordt hier getrakteerd op een weelderig, gevarieerd en regelmatig verbluffend muzikaal album.