De tijd vliegt voorbij als je niet op let. The Mountain Goats zijn alweer aan hun vijftiende album toe en hebben er naar goede traditie voor gekozen om deze weer rond een specifiek thema te centreren; pro wrestling. Wellicht is dit een wel erg extravagante stap voor een nuchtere Nederlander. Lang was in onze lage landen het worstelen immers een exotische curiositeit die alleen via opgewaardeerde kabelabonnementen en schimmige videobanden te zien was. Op het Amerikaanse continent ligt dat anders. Frontman John Darnielle is opgegroeid met worstelen op televisie en heeft daar een blijvende fascinatie aan overgehouden. Het lijkt erop dat de dualiteit hem aanspreekt. Enerzijds heb je degene tussen goed en kwaad die op het podium wordt uitgespeeld. Anderzijds is er het spektakel dat zowel echt als nep is. Professionele worstelaars gaan gekleed in kostuums en spelen op het podium een rollenspel waar de kijkers maar net het verhaal achter moeten kennen. Tegelijkertijd gaat het ondanks die maskerade om echte atleten die zich fysiek en mentaal afpeigeren in de hoop een stukje roem te winnen. De parallellen tussen de wereld van het professioneel worstelen en de popmuziek komen zo aan de oppervlakte. The Mountain Goats hebben al meerdere conceptalbums afgeleverd, doch na de tarot, bijbel en psychische aandoeningen is dit een specifieker en kleurrijker uitstapje. Muzikaal is er sinds Darnielle met band ging spelen in 2002 weinig veranderd, maar het is al heel wat dat er geen slijtage te vinden is en er met liedjes als âForeign Objectâ weer een crowd pleasure bij is. Voorlopig kunnen The Mountain Goats het spel nog prima meespelen.