At Hope’s Ravine

Het kwartet Holy Esque uit Glasgow bracht enkele singles uit zonder bij een label te tekenen en kon daardoor toch op heel wat plaatsen overal ter wereld concertjes ten beste geven. We hoorden ze niet allemaal en waren van de voorloper voor hun langspeeldebuut, ‘Hexx’, ook niet erg onder de indruk. Hetzelfde nummer prijkt nu netjes tussen de tien andere nummers van ‘At Hope’s Ravine’, en nu valt het kwartje wel. Waarmee nog maar een keer kan worden aangetoond dat een album een meerwaarde betekent boven het beluisteren van een paar willekeurige liedjes ergens op een muzieksite, al dan niet betalend. Misschien kwam het door de stem van gitarist Pat Hynes, die soms bijna als een stoere vrouw met sigaret in de hand en een fles whisky bij de hand, klinkt. Hynes weerbarstige klanken, krakend van de Weltschmerz in bijvoorbeeld ‘Doll House’ passen precies in het kader van de muziek. Die staat met één been in de vroege jaren 1980, bij vroege U2, Simple Minds en Echo And The Bunnymen en met het andere in een veel recenter verleden, lonkend naar bijvoorbeeld The National en Interpol. Een beetje indie en wave, meestal ietwat donker, maar nooit zwart; ietwat geprikkeld, maar nooit echt depressief, zo klinkt Holy Esque. Bovenden weet de band perfect hoe een indierocknummer in elkaar hoort te steken. Net niet te afgelikt, een beetje mee te zingen hier en daar maar niet te veel zodat ze het grote gebaar vooral zelf kunnen maken. Een perfect groepje voor de festivalzomer.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
HolyEsque_AtHopesRavine
geplaatst:
ma 14 mrt 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!