Het lijkt een zwaktebod, het geven van praktisch dezelfde titel aan een album dat daar weinig meer mee van doen heeft, behalve dat de muzikanten dezelfde zijn. In 1994 verscheen op het Britse Incus-label The Art Of Memory. Het album bevatte opnamen van het jaar daarvoor, gemaakt in New York. De muzikanten: Fred Frith en John Zorn.
Frith en Zorn kenden elkaar toen al lange tijd. Al eerder deelden ze het podium, in ieder geval in 1983 en 1985. En ook in New York. De opnamen van die concerten staan nu op The Art Of Memory II (uitgebracht op Friths Fred-label) dat dus helemaal niks te maken heeft met het eerder uitgebrachte The Art Of Memory.
De grootste verschillen tussen beide plaatjes zijn tweeërlei: ‘II’ is extremer in de improvisaties, en de stukken (althans twee) zijn beduidend langer. Niet voor niets beschrijft Frith de muziek op dit album als “early 80s weirdness with John Zorn (
) on the borderline between music and chaos”.
Het schijfje bevat vijf stukken, met veelzeggende titels als The Heaven, The Wood en The Painter. Frith bespeelt er zijn tafelgitaren, is sporadisch te beluisteren als vocalist en op een Casio synthesizer. Zorn is te horen op zijn altsaxofoon en de diverse onderdelen van dat instrument.
Frith werkt ook met Zorn op Technology Of Tears. Deze cdheruitgave bevat twee stukken, het titelwerk en Jigsaw. Het derde stuk, de twintig minuten tellende Propaganda-suite, dat wel op de dubbelelpee stond, is op deze uitgave weggelaten. Op Technology Of Tears horen we Frith en Zorn met vocaliste Tenko en draaitafel-pionier Christian Marclay. Op Jigsaw speelt Frith met trombonist Jim Staley.
Technology Of Tears is het eerste album met muziek die Frith maakte voor dans en verscheen al in 1988. Het titelstuk werd gebruikt door Rosalind Newman And Dancers, Jigsaw voor een choreografie van eveneens Newman voor de mij onbekende Concert Dance Company in Boston.
De muziek op dit album heeft een directe link met wat Frith eerder deed op zijn platen Gravity en Speechless. Het grootste verschil is dat Frith ten tijde van Technology Of Tears zich verder had bekwaamd in studiotechnieken. Digitale klankmanipulatie en gebruik van samples worden zodanig in- en toegepast dat ze de muziek een belangrijke meerwaarde geven. Oude en nieuwe vormen van musique concrète gaan hier hand in hand met meer eigentijdse voorbeelden van sampling. Van de twee suites is Jigsaw het rauwst, ook vanwege de werkwijze, waardoor bijvoorbeeld Jim Staleys trombonespel meestentijds onherkenbaar elektronisch is bewerkt.
Eigenlijk bestaat Jigsaw uit meerdere kleine fragmenten, die ter plekke in uiteenlopende volgorden kunnen worden gezet dit op verzoek van choreografe Rosalind Newman, die meer vrijheid wilde hebben in haar danswerk. Dat Jigsaw toch één stuk is geworden (met een coda), kwam doordat Newman zo tevreden was met de eerste versie die Frith haar liet horen, dat er nooit een andere versie van gemaakt is.
Als ik moet kiezen tussen Technology Of Tears en The Art Of Memory II, dan kies ik de eerste. Frith en Zorn mogen dan wel op The Art Of Memory II meer te keer gaan, het Technology Of Tears-album bevat evenwel gekte, maar is daarnaast door de gekozen structuren ook een stuk genietbaarder.