Hun podiumact leuken ze op met bescheiden legers bevolkt door Sneeuwwitjes met machinegeweren, grasmaaiers en uit de plaatselijke bossen gerecruteerde drummers: Het minste wat je van Shit and Shine kan zeggen is dat ze hun best doen om de boel een beetje te entertainen. We proberen Shit and Shine al anderhalf jaar te interviewen. Keer op keer vergeefs. Eén keer reden we op weg naar een Shit and Shine concert een jonge eland aan. Een andere keer werden we gekidnapt door aliens uit Oekraïne (maar het kan ook Ekeren geweest zijn). Begin december zou het er dan toch van komen (we hadden al een rijtje luistertestplaten klaarstaan) toen de groep botweg haar Europese tournee afgelaste. Eén en ander zou een mens doen vergeten dat de lappen lawaai die het Engels-Texaanse collectief op plaat smijt, van een zeldzame generositeit zijn. Overdaad deugt, als Shit and Shine aan het werk zijn u moet ons in deze echt geloven. Lange en korte stukken, nu eens pijnlijk-luid (denk de slag van een vlakke hand tegen een ontstoken oor), dan weer abstract en ingehouden. 229 2299 Girls Against Shit heeft met zijn opeenvolging van korte en lange stukken een enkele keer lijkt er tussen de sonische bombardementen zelfs een rustpunt ingebouwd – iets van een luisterspel voor de apocalyps. Af en toe wordt de geluidsbrei doorsneden door een welgemikte stemsample een schotse shanty of een gesprekje langs een motorracebaan, maar doorgaans is de dreun of de groove baas. Die dreun komt overigens niet altijd van 2 bassen en twintig drummers: Roberts Church Problems heeft zelfs iets van oude Detroit Techno (al zou het ook Frankfurter House kunnen zijn: wij zijn niet héél erg thuis in die dingen). Op de cut-up Im MAKING my LUNCH!! Lijkt het dan weer alsof Sickboy aan de slag is gegaan met een plaat van Wolf Eyes. 229 2299 Girls Against Shit is veruit het meest intrigerende stuk lawaai dat wij dit jaar in de stereo staken. En dat interview houdt u dus tegoed.