Abramis Brama

Yellowstock Dag 2 (18/08/12)

yellowstock Zaterdagnamiddag op de Grote Markt van Geel. In de blakende zon staat een groepje Grieken (gokken we) in traditionele klederdracht, op een groot podium dansen lusteloze Arische jongetjes in Lederhozen een billenkletsdans. Gelukkig is mijn halte nog even verder stappen- gewoon de lange haren en zwarte t-shirts volgen, eigenlijk. Al is de scene ter plekke al een stuk eclectischer te noemen: jawel, er is vrouwvolk in bikini. Jawel, de obligate Cheech-en-Chong stoners zijn er ook. En de druipsnorren, en de afgeknipte jeans, en de zwarte botten en bleek t-shirt, het uniform van de nineties Pukkelpopganger die aldaar tegenwoordig zijn gading niet meer vindt (zoals mij later op de dag door één van hen wordt toevertrouwd: “binnen vijf jaar hebben ze daar geen hoofdpodium meer. Alleen een stel dancetenten, en een soort Pukkelpop Boutique voor de reüniebands”).

Een verademing in de hitte

Ik heb al meteen spijt dat ik pas tegen de middag op de trein ben gekropen. Achter de onfortuinlijke naam Street Gnar schuilt ene Case Mahan, die evenwel zeer mooie dingen doet met enkel een gitaar, wat pedalen en wat samples en loops. Mij klinkt het in de oren als een lo-fi versie van War On Drugs op de barre kadans van Moon Duo- al heeft de stem bij momenten iets van een jonge Michael Stipe. Meteen eentje om te onthouden (z’n debuut is vrij te downloaden op zijn Bandcamp).

Voor wie de eerste keer Yellowstock nog moet komen: het is een verademing om nog eens een festival te treffen dat niét tot de laatste vierkante centimeter wordt uitverkocht. Een paar honderd man, twee zalen, een merchtentje, hoekje om te eten en eentje om te blowen- meer moet dat niet zijn! Het tuinpodium is om onduidelijke reden met vrouwenslips versierd, ideale plek dus om post te vatten voor de volgende band. De drummer stapt vlak voor het optreden naar voren en mummelt iets onverstaanbaars, waarna hij willekeurig reeksen letters en cijfers van een papiertje begint af te lezen. Halverwege z’n betoog roept een grijnzende baardmans in het publiek “Bingo!”. De jongen grinnikt even- “yeah man, right on!… but seriously though, you really have to move your car.”

Alzo begint het optreden van The Flying Eyes, een degelijke maar weinig memorabele band die met hun Southern getinte bluesy psychrock slechts voor aangenaam achtergrondvertier zorgen. Op plaat doet het soms denken aan The Black Angels, maar de Morrison-imitatie gaat deze zanger beduidend slechter af. Jammer, want wanneer de jongens loos gaan in hun jams geeft dat af en toe wel vonken. En wanneer ze tegen het einde van de set wat variatie in het instrumentarium brengen (slide en mondharmonica) spits ik zelfs even de oren. Meer van dat dus, en dan hoeven ze in’t vervolg niet meer terug te vallen op een inspiratieloze cover van ‘I Wanna Be Your Dog’ om in de bis nog de meubels te redden. Al moet gezegd: daarmee wordt wél gescoord.

Over naar de zaal, waar het powertrio The Godless Funk Of Bonanza de teugels overneemt met een strakgespannen, volledig instrumentale set. Deze Stuttgarters bewijzen dat de oertraditionele drum-bas-gitaar setup nog steeds uiterst doeltreffend werkt in bekwame handen. Met hun zorgvuldig aan elkaar gelaste riffs en plotse tempo- en sfeerwisselingen doen ze nog meest denken aan een Reader’s Digest versie van Earthless– kortere (véél kortere) nummers en lang niet zoveel gesoleer. “Deutsche gründlichkeit” zullen we het maar noemen.

Stoner clichés en zeldzame sterren

De Fransozen van Glowsun grijpen me meteen bij het nekvel met een veelbelovende intro, bezwerend en aangrijpend en druggy as fuck. Maar wat gebeurt er dan? De rest van de set verzandt in een aaneenschakeling van stoner clichés, goed gespeeld maar met te weinig eigen smoel om hier lang bij stil te staan. In de plaats daarvan gaan we even kennismaken met de jongens van Gnod, die in de merchstand hun handbeschilderde cd-r’tjes verkopen (3 voor 15 euro, een koopje!) en elk exemplaar van uitvoerige commentaar voorzien.

Van op Pukkelpop bereikt ons het bericht dat collega Wim Wilri van DeMorgen in zijn festivalverslag een zeldzame 5 sterren heeft uitgedeeld voor het concert van Graveyard. Het is het zoveelste bewijs dat de throwback ’70s hardrock aan een steile opmars bezig is. De voorverkoop voor Graveyard’s optreden in Trix voor dit najaar loopt naar verluidt zeer lekker, en mogen we u ineens ook de weg wijzen naar Kavka, waar slechts enkele weken daarvoor (4/11) het Duitse Kadavar staat geprogrammeerd. Zelfde soort ongecompliceerde doomrock, bijna archivarisch in haar getrouwheid aan de roots van het genre. Er valt een potje te discussieren of er met die traditie niet wat inventiever mag worden omgegaan, maar dat is eigenlijk naast de kwestie. Voor de nieuwe generatie is dit bijna volksmuziek te noemen, en voor een band als Kadavar is er zeker plek.

Monkey3 zorgt voor een kentering in de programmatie. Een keyboardist op het podium die zorgt voor sferische synthwalmen, songstructuren die postrock à la Mogwai voor de geest halen… Monkey3 zijn niet van de gemakkelijksten maar weten fluks het publiek op hun hand te krijgen- zulk muzikantenschap dwingt nu eenmaal zijn respect af. Andere ijkpunten zijn Russian Circles (maar minder hoekig) en Conifer (maar dan psychedelischer). Bovenal weet Monkey3 echter als zichzelf te klinken, en ze zorgen zeker voor een van de meest eigenzinnige geluiden van de namiddag.

Stomende set

Abramis Brama
Abramis Brama op Yellowstock (copyright Danny Busschots)

De avond brengt weinig verkoeling op deze warmste dag van het jaar. Wat ook niet helpt: Abramis Brama zet een stomende set neer in de zaal en draagt daarmee nog bij tot de saunatemperatuur. Normaal zie ik er van af om al te veel commentaar te leveren bij het voorkomen van een band (muziek eerst, weet u wel), maar in dit geval kan ik er niet omheen: de zanger heeft een haak als rechterhand en in combinatie met zijn stralend wit kostuum maakt het hem de absolute blikvanger van het festival. Hij beschikt zelfs over een reeks percussieinstrumenten die hij à la Trap Jaw op zijn arm kan monteren. De band heeft in eigen land al een respectabele reputatie bijeengespeeld, en brengt sinds ’97 klokslag om de twee jaar een plaat uit. Die beslagenheid is eraan te zien- van de eerste noot is dit een geoliede machine van riffage, zeer rechttoe-rechtaan maar met een set vol degelijke songs (helaas in het Zweeds, dus niet meteen meezingbaar) en met aanstekelijk plezier gebracht. De kraakheldere sound- die knallende bas!- maakt alles af. Een plaat zal ik er nooit van kopen, maar wanneer Abramis Brama nog eens in de buurt speelt, schuif ik graag opnieuw aan.

De verwachtingen waren hoog voor Baby Woodrose, de zoveelste Scandinavische band op Yellowstock (ditmaal uit Denemarken). De band is zeer populair “in het milieu” zoals ze dat zeggen, maar viel in de praktijk iets te licht uit naar mijn goesting. Psychrock met een stevige scheut Southern, maar wederom niets dat ik al niet eerder heb gehoord en daardoor te weinig eigen smoel, het ontegensprekelijk charisma van hoofdman Lorenzo Woodrose ten spijt. Jammer dat ik het moet zeggen, want de sfeer tijdens het optreden zat helemaal top, en de set refereerde lustig aan alle hoeken van het stonergenre, maar als het niet pakt dan pakt het niet. Even goeie vrienden.

Daarna was het tijd voor een zeer late afspraak met Naam. Gemist op Roadburn vorig jaar, gemist in Kavka Antwerpen later op het jaar, dus het was wel hoog tijd voor een band die al een tijdje regelmatig speelbeurten draait op de mediaplayer. Uit dezelfde stal als Kadavar (Tee Pee Records), maar zeker een stuk avontuurlijker in hun benadering van de doomtraditie, met Oosterse toonladders, een onmiskenbare invloed van post-Sleep doom, en bakken reverb en delay die de jams een stuk verder de kosmos in schieten. Met alle respect van al wat hiervoor kwam: Naam was gewoon van een andere orde, en was de eerste band vandaag waarvan we letterlijk even moesten bekomen. Ook respect voor de Nirvana cover ‘Drain You‘- vrij getrouw aan het origineel maar met een scheut “poeier” in’t gat die de hele zaal op z’n kop zette.

Over naar een heuse psych-royalty: Spectrum is het project van Peter “Sonic Boom” Kember, die geschiedenis schreef met Spacemen 3 en daarnaast ook platen produceerde van kleppers als MGMT en Panda Bear. Aangezien ik geen fan ben (Spacemen 3 heeft voor mij vooral van historisch belang, en van het nalatenschap heb ik altijd Spiritualized een stuk interessanter gevonden) was dit geen optreden waar ik naar uitkeek, maar het moet gezegd: de droney hypnorock van Kember voldeed ruimschoots: ik herkende bij vlagen wat Spacemen 3, en de nerveus hoekige kadans was een welkome afwisseling met de swagger waarin we al de hele dag mochten vertoeven. Er zal volk zijn die me voor dit mildgetemperde oordeel op m’n neus slaat, maar wat mij betreft gaf dit een dikke voldoende- maar ook niet meer.

There Must Be A GNOD

GNOD
GNOD op Yellowstock (copyright Danny Busschots)

U weet onderhand dat ik ronduit extatisch was over het optreden van GNOD op Roadburn. U weet ook dat ze onderhand met een interview in Gonzo staan, en u heeft hopelijk met een rode stift 7 september in uw agenda omcirkeld- wanneer in Les Ateliers Claus “Gonzo Circus presenteert There Must Be A GNOD” doorgaat. Een écht objectieve bespreking van hun optreden op Yellowstock kan ik dus niet geven- maar laat me u vertellen dat ik het publiek die dag niet meer heb zien dansen, zweten, in extase raken, juichen en tieren toen de band wegens overhit bijna een uur vroeger dan voorzien het bijltje erbij neerlegde. Er is een reden voor de overdreven aandacht die ik ze de laatste maanden heb gegeven, en die reden is eenvoudigweg de volgende: met alle goeie muziek die ik ook op een jaar hoor en live meemaak- en dat is er doorgaans nogal wat- is er zelden een band waar ik op zit te wàchten. Die meteen na de laatste noot al doet verlangen naar de volgende keer dat ik ze live op een podium mag meemaken. Die voorbij alle hype van “nieuwe, ongehoorde” muziek weet door te dringen tot een gedeeld gevoel van extase en samenhorigheid dat pas écht zeldzaam is. Die net als de beste techno, net als gospel, net als folksongs rond een kampvuur alle bullshit uit de muziek filtert en alles terugbrengt tot een puur gevoel waar je nog weken op kan teren. U bent gewaarschuwd indien het op 7 september uw eerste keer zal wezen.

tekst:
Dimitri Vossen
beeld:
Abramis-Brama-2
geplaatst:
di 28 aug 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!