Eagulls

Vrolijk niezen in de Gentse haven, onder de eerste lentezon

Naar analogie met de Brusselse Magasin 4, wordt sinds kort nu ook aan de Gentse dokken een hangar ingepalmd door onbaatzuchtige melomanen. In die 019 traden afgelopen dinsdag drie – op z’n minst interessante – bands aan, onder de vleugels van Subbacultcha. Makkelijk te vinden, coole locatie en betaalbare streekbieren. Het mag gezegd: na enkele Gentse Stroppen voelden wij ons best op ons gemak binnen de zwarte gordijnen van deze hipster heaven.

MAAN - Foto: Nico Kennes
MAAN – Foto: Nico Kennes

De jongens van MAAN, die als vanouds lak hebben aan conformisme, mochten de avond op gang trekken. Van de nummers op hun laatste lp ‘Manifold’ blijft live nog maar weinig over. In plaats daarvan werd geopteerd voor het betere knoppengedraai, waarvan we blij mogen zijn dat iemand het doet, zodat we het zelf niet hoeven te doen. Enigszins jammer toch, dat geslaagde experimenten als ‘Love Lost’ en ‘Define My Day’ het steevast moeten afleggen tegen het wispelturige welslagen van grillige improvisaties. Maar de zichtbare gedrevenheid waarmee de twee heren – wiens ogen gedurende de hele set geen moment van hun mengpaneel afweken – zich uitleven, maakte veel goed.

Na het achtereenvolgende naar buiten- en weer naar binnen-geslenter van de overwegend zonderlinge gegadigden, mocht het veelbesproken ping pong tactics aantreden. Aan toewijding geen gebrek, bij deze drie jonge knapen. Maar eerlijk gezegd was het eerste dat ons opviel de nogal atonale vocals van zowel zanger als bassist. Het één en ander werd wel bijgestuurd na het eerste nummer, zoals het een live-groep betaamt. En we hoorden een aantal leuke breaks en refreinen, die getuigen van een zeker gevoel voor (catchy) songwriter-schap. Maar als we de eindbalans moeten opmaken schoten deze slackers – volgens ons – toch op iets teveel vlakken tekort om aanspraak te kunnen maken op het lof dat ze in bepaalde kringen toegeworpen krijgen. Toffe ideeën, energieke sound en zelfs gevoel voor humor (“Wij waren Hooverphonic, tot volgende keer”), maar op basis van deze set besluiten we, meedogenloos doch onder voorbehoud: blijven oefenen, gasten.

Eagulls - Foto: Joerie Elsen
Eagulls – Foto: Joerie Elsen

Het hoofdprogramma van de avond was weggelegd voor de Britten van Eagulls. Deze postpunkers uit Leeds – u reeds in GC #118 gesignaleerd door Maarten Timmermans – slaagden er in de studio probleemloos in om in hun meeknikbaar mysterie een zekere boosheid te leggen, zonder dat één van deze facetten van hun muziek te zeer de bovenhand dreigt te nemen (getuige de klepper ‘Nerve Endings’). Dat de eighties terug zijn weten we overigens al langer, maar Eagulls brengt gelukkig meer dan een klakkeloze reïncarnatie van een tijdperk. De charismatische zanger – met beringde vingers om het microfoonstatief geklemd – was aanwezig, evenals de eentonige, rechttoe rechtaan ritmesectie. Maar de band weet live – net als op plaat – een zekere kracht over te brengen, die hen onderscheidt van de zoveelste andere rockband uit het Britse binnenland. Het feit dat hun bassist een onstuimige kruising tussen Lou Barlow en John Lennon bleek te zijn (uiterlijk dan) en dat de drummer niet al te behoudsgezind was op vlak van lichaamstaal werkte dat alleen maar in de hand.

Een vruchtbare avond dus, die stilaan op zijn einde liep. Want geheel conform de curfew die ook de Brusselse haven domineert, werd in de Gentse 019 om iets na tienen de laatste fuzz-pedaal uitgetrapt. We onthouden de bijzonder aangename locatie, die garant stond voor een ontspannen avond met drie fijne bands, die we hierna zeker nog eens aan het werk willen zien. We onthouden ook dat we volgende keer best ons haar met gel naar achter kammen, een tote bag meenemen en Air Max-en aandoen, als we er echt bij willen horen. En dan zien wij u graag de volgende keer weer.

tekst:
Nico Kennes
beeld:
Eagulls
geplaatst:
wo 2 apr 2014

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!