Snurken als compliment op het Denovali Swingfest (04/10/2013)

Denovali Records (lees het labelreport in Gonzo (circus) #113) biedt releases in een brede waaier aan genres, van elektronica over hedendaags klassiek tot posthardcore. En dat geldt ook voor het Denovali Swingfest, een festival met dezelfde jonge leeftijd, waarop Denovali-groepen maar ook aanverwante artiesten gepresenteerd worden.

Elke act krijgt daarbij een set van dezelfde lengte, ongeacht de plaats op de affiche. Sinds vorig jaar is het festival een driekoppig monster, met nieuwe locaties in Londen en Berlijn, maar de meest uitgebreide affiches vind je nog altijd in het Duitse Essen, vlakbij het drielandenpunt met Nederland en België.

Sinds enkele jaren gaat het festival er door in de comfortabele Weststadthalle. Daarmee bokst het festival boven zijn gewicht, want in normale omstandigheden – dus: aan marktprijzen – kan de organisatie zich een dergelijke zaal niet veroorloven. Bezoekers kunnen er alleen maar wel bij varen: een groot podium (in de breedte, dus je staat altijd quasi vooraan), een glazen koepel die mooi uitgelicht wordt, een gevoel van ruimte (een noodzaak bij de optredenmarathons die festivals zijn) en een degelijke installatie.

De editie in Essen werd dit jaar uitgebreid naar vier dagen: donderdag was er een bijna uitverkochte ‘pre-festivaldag’ voor een zittend publiek, met de pianomuziek van Piano, Interrupted en Carlos Cipa. Net als vorig jaar werd daarvoor een vleugelpiano het podium opgerold, een duidelijke meerwaarde.

De festivalaffiche zelf leest als een historisch overzicht van Gonzo (circus)-artikelen, met Biosphere (GC #47), Tim Hecker (GC #62), Deaf Center (GC #74), Nadja (GC #81), Nils Frahm #105), Barn Owl (GC #110), Lento (GC #111), Poppy Ackroyd (GC #115), en mogelijkerwijze vergeten we er nog een paar.

Vrijdag begon doomy, met de donkere drones van Troum, waarvoor de zaal al behoorlijk vol liep voor een vrijdagnamiddag, en Barn Owl. Het duo – tegenwoordig op Thrill Jockey – kwam de nieuwe plaat ‘V’ voorstellen. Hun desoriënterende sound vertrekt nog steeds vanuit gitaarklanken die vervormd worden door een batterij effectenpedalen, maar live verschijnen ze tegenwoordig zonder gitaren op het podium. Ondanks de statische act speelden ze een aardsdonkere, straffe show.

Onderging een groot deel van het publiek de muziek van Troum en Barn Owl liggend, dan was het voor Lento opstaan geblazen. De Romeinse sludge-meesters stonden hier voor de tweede keer en hadden het publiek meteen mee. Met ‘Anxiety Despair Languish’, hun meest recente plaat, maakten ze de grote sprong voorwaarts: het is veruit hun beste en meest gevarieerde release tot nu toe. De compacte nummers eruit maakten het leeuwendeel uit van de set, al ontbrak ook oude klassebak ‘Need’ niet in de set. We hebben Lento al strakker geweten (met name op het Dunk!festival) maar het spelplezier en de songs zelf maakten veel goed.

Voor het Noorse duo Deaf Center werd de vleugelpiano nog eens aangesleept. Altijd goed voor een geweldige klank – een mooi contrast ook met de elektronica – maar ook visueel erg mooi: een gitzwart, glanzend meubel, het hoofd van de pianist met een gerichte spot uitgelicht tussen het klavier en de vleugel, en de rest van het plaatje opgevuld met een dikke witte mist uit de rookmachine. Ook de gitaar- en laptopman ging erbij zitten en dus deed het publiek dat ook, en wat bij aanvang een richtingloos, kabbelend concert leek bloeide alsnog open tot een mooie, meanderende set waarop het heerlijk knikkebollen was.

De Italiaan Safronkeira stond vorig jaar ook al op het Swingfest, maar deze keer had hij trompetspeler Mario Massa meegebracht. En dat bleek een meerwaarde, al kwam het optreden nooit veel verder dan ‘onderhoudend’.

Context is alles: toen daarna het Franse Celeste mocht aantreden, snakte het publiek naar een beetje rock ‘n roll. Na een erg lange soundcheck gingen de lichten uit en floepten de rode mijnwerkerslichtjes op de hoofden van het viertal aan. Wat volgde was een efficiënte en technisch uiterst precieze brok posthardcore, die het publiek zowat omver blies. Voor het eerst, zo viel nu pas op, was er zang – screamo weliswaar – te horen deze dag, en daar ging het publiek gretig op in. De eerste rijen bewogen zoals ze zelden bewegen op Denovali. Hoewel al ver over tijd, permitteerden ze zich nog een bis – de organisator, die voor het eerst vandaag een volledige set uitkeek, maakte niet het minste bezwaar.

Het was dus al erg laat toen Biosphere zijn spulletjes had uitgestald. Maar ook hier was context alles: Celeste was het fysieke hooogtepunt van de avond, en het publiek vlijde zich met alle plezier neer om de feeërieke klanken van deze ambientpionier te ondergaan, ook al zocht de set op schaarse momenten de donkere regionen op. De visuals – een groot scherm opzij, een kleiner boven het podium – en de blauw uitgelichte koepel in het plafond maakte de sfeer af. Het Denovali Swingfest heeft blijkbaar een reputatie opgebouwd als ‘liggend’ festival, want enkele festivalgangers hadden zelfs een matje meegebracht om in de feestzaal uit te rollen. En ja, tijdens een stil moment in de set van Biosphere hoorden we zelfs iemand snurken. We zullen het opvatten als een compliment.

Gezien: Denovali Swingfest, 4 oktober 2013
Tekst: De Geluidsarchitect
Beeld: Wout Lievens

tekst:
Diederik Van Vaerenbergh
geplaatst:
za 5 okt 2013

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!