Roadburn festival 2010, dag 2 – 16 april 2010

Church Of Misery is de ‘bizarro’-versie van Black Sabbath. Ogenschijnlijk een regelrechte kopie, maar het zijn de kleine dingen die het ’em doen. De ultra-lage gitaardracht van de krielige bassist, de spierwitte spiraalkabel van de gitaar naar amp. En bovenal zanger Yoshiaka Negishi, die eigenlijk niet zo’n goeie vocalist is maar fungeert als ersatz-Ozzy en zich terdege van z’n taak kwijt. Hij strompelt, indianendanst, werpt hopen duivelstekens naar het publiek, werpt z’n haar langszij voor elke gezongen fraze. En wordt zo minstens even entertainend als het origineel. En de muziek, die beukt als de beesten. Wie anders durft wahwah solo’s op fuzzbas zo onbeschaamd in een set te smijten? Met Church Of Misery zijn we van bij het startschot wakker voor een tweede dag Roadburnen.

Roadburn2010 Poster
Poster Roadburn 2010

Wat volgt is tot nog toe met stip het meest surrealistische beeld op deze Roadburn. De blonde vikingdochter Runhild Gammelsæter van Thor’s Hammer (in het dagelijkse leven: hoofd van een biotechnologisch bedrijf) betreedt het podium in een stijlvol zwarte avondjurk met laag uitgesneden rug, omringd door stapels versterkers. Wat onwennig glimlacht ze naar het ruig volk (we spreken tenslotte over een Sunn O))) nevenproject) dat haar vergezelt. Over de eerste dreigende feedback koert ze nog enkele lieflijke frazes, maar wanneer het volle geweld losbarst werpt ze plots het hoofd in de nek, en stoot een onaards lage grunt recht uit de maag. Een volle zaal weet niet wat ze hoort. Tussen de nummers door transformeert ze plots in een giecheltrien die het publiek omstandig in het Noors aanspreekt, en lacht ongedwongen met grapjes die gewoon onverstaanbaar zijn voor het gros van de aanwezigen. Stephen O’Malley staat in z’n vuistje te grijnzen: muzikaal is dit weinig meer dan Sunn O))) met een drumbeat, maar als performance heeft hij weer een opmerkelijke act neergezet op Roadburn.

We hoeven u niet te vertellen: de stofwolk uit Ijsland begint zijn sporen te laten op de affiche. Met een klein hartje komt de organisatie ons melden dat er vandaag wat verschuivingen zullen zijn, en dat morgen kleppers als Candlemass en Shrinebuilder verstek moeten geven. Een pluim voor het publiek, dat al die slechte tijdingen slechts beantwoordt met een bemoedigend applaus voor de gevonden noodoplossingen. Alvast een geluk bij een ongeluk: gisteren was het aanschuiven voor Earthless, vandaag verzekeren we ons van een balkonzitje bij hun ingelaste extra concert. En de lof die we voor het eerste concert hoorden zwaaien, kunnen we dit keer bevestigen: de band begint los uit de pols aan een schijnbaar ter plekke ontstane jam, en troont die het volgende uur mee langs een paar dozijn riffs, breaks en climaxen die telkens ontploffen in een nieuwe kaleidoskoop van klanken en sferen. Het is een grote kunst om een uurlange gitaarimprovisatie boeiend te houden. Het was te verwachten dat we op Roadburn één van de weinige bands kunnen zien die er daadwerkelijk in slagen. Isaiah Mitchell zou voor’t moment wel eens de beste gitarist op deze aardkloot kunnen zijn.

Ondanks de verwikkelingen is het aanbod op de twee grote podia vandaag meer dan voldoende om ons uit de kleine zaaltjes te houden. We werpen even een blik op Sarke op de Main Stage, zien een verschrikkelijk statische blackmetal band met een zanger die rustig over het podium struint, en besluiten dat we dan maar beter naar échte ouwe knarren gaan kijken. Over dus naar het Midi Theater voor Comus, die een klassieker in de jaren 1970 psychfolk op hun palmares hebben staan, en in het aanbod van Roadburn een opmerkelijk rustpunt vormen. Wat zeg ik, het is bijna een cultuurschok: twee akoestische gitaristen van gevorderde leeftijd, viool, bongo’s, en de toren gitaarversterkers is vast van iemand anders. Maar wie goed luistert, hoort in hun bezwerende drones en ritueel gezang toch de wortels van veel muziek die hier met meer distortion wordt gebracht. Helemaal strak zit het niet- een nieuwe song moet na een valse start zelfs herbegonnen worden- maar het virtuoze gitaarspel en de zelfrelativerende humor (knar 1: ‘Deze song gaat over een luguber onderwerp: een maagdenoffer!’ knar 2: ‘kijk niet naar mij, ik heb ’em niet geschreven.’) maken veel goed. Wat ons betreft mogen dit soort stilistische uitstapjes volgend jaar wat vaker op de affiche.

Maar we zijn uiteindelijk gekomen om te rocken, en met Karma To Burn worden we terug op onze wenken bediend. Het trio maakt uitgeklede instrumentale composities van riffs en breaks, tot de compacte essentie overblijft- de pure rockgroove, stuwend, opwindend. Of toch: meestal. Spelen met clichés betekent ook: balanceren op de rand van het clichématige, en met enkele veel te lang uitgesponnen nummers tuimelt de band soms naar de verkeerde kant. Maar al bij al vinden we het een mooie afsluiter voor onze avond. Morgen valt er nog een hele dag dichte geluidsgolven te trotseren, en als het voor de organisatie een magere troost mag wezen: stiekem zijn we toch benieuwd naar de eventuele verrassingen die de onfortuinlijke gaatjes in de line-up zullen vullen.

tekst:
Dimitri Vossen
geplaatst:
za 17 apr 2010

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!