Recensie Peter Hook ‘Substance – Inside New Order’

Producer Martin Hannett omschreef lll-7 Joy Division als ‘een geniale zanger en drie voetbalfans’, maar na het lezen van Peter Hook’s boek over zijn tijd bij New Order zou je kunnen zeggen dat hij de enige voetbalfan is, vol als hij is van sex, drugs and rock ‘n roll.

New Order

Het is Hook’s derde boek na ‘How Not To Run A Club’ over de Hacienda (de club die met het geld van Joy Division en New Order gestart werd) en ‘Unknown Pleasures’ over Joy Division en het is een boek waarvan we de afloop al kennen. Dat wisten we van de vorige twee boeken ook, club failliet, zanger pleegt zelfmoord, maar Hook vertrok in 2007 uit New Order en nam aan dat daarmee de band had opgehouden te bestaan. Niets bleek minder waar; Bernard Sumner en Stephen Morris gingen, samen met de terug gekeerde Gillian Gilbert, en twee nieuwe muzikanten onder de naam New Order door en maakten in 2015 met ‘Music Complete’ gewoon weer een ouderwets leuke plaat met de bekende hybride vorm van rock en dans muziek. Wat zou Hook daarvan vinden? En, ook niet onbelangrijk, hoe ziet hij het einde van zijn tijd bij New Order, nu Bernard Sumner in ‘Chapter & Verse’ (2014) zijn visie al gegeven heeft op dat einde, maar ook het vervolg?
Peter Hook had in ‘How Not To Run A Club’ een persoonlijke stijl van vertellen, en hij was niet te beroerd om zijn eigen falen aan te geven, zoals die keer dat hij moest overgeven over de jurk van een van de zangeressen van de The B-52s. Dat waren leuke anekdotes verpakt in een goed verhaal over hoe je een club niet zou moeten leiden, zijn verhaal een mix van zakelijke beslommeringen en privé geleuter. Rocksterren vertonen onuitstaanbaar gedrag en we lezen er graag over. In ‘Substance’ staan die stoere verhalen ook, en aangezien Peter Hook van 1981 tot 2007 lid was, zijn er nog veel meer van, maar soms bekruipt je het geval dat je het allemaal weet, de geschiedenissen over heel veel drank, veel cocaïne en de eindeloze seks met groupies. Ook zaken die buiten het kader van New Order vallen, zijn solo projecten met Revenge en Monaco krijgen ook de nodige aandacht net zoals zijn huwelijk met de onlangs overleden Caroline Aherne krijgt meer pagina’s dan nodig zou moeten zijn, zelfs gezien het nieuwswaardige feit dat zij hem mishandelde.

lead singer syndroom

Het leven in een band lijkt aantrekkelijk, maar is dat natuurlijk bijna nooit. Altijd op tournee, vooral om geld te verdienen voor een club waarin je manager jouw zuur verdiende royalties en recettes instopt, en dan de studio in met je leadzanger die eindeloos wil schaven aan nieuwe liedjes en voor wie techniek alles is. Hook, verslaafd aan de drank en de drugs, maar ook aan het feesten na optredens, vind dat gehang in een studio maar niks en wil het liefst on the road zijn. Bernard Sumner wil dat totaal niet, en liever weinig optreden en veel werken in de studio, nieuwe dingen uitproberen waar Hook vooral lekker rockend de basgitaar god wil uithangen; als het hem lag was de elektronica niet aangeraakt. En die andere twee dan, het echtpaar Stephen Morris en Gillian Gilbert? Zij komen bijzonder slecht uit de verf bij Hook. Over Gilbert heeft hij nagenoeg niets positiefs te melden. Zij kan niet spelen (Sumner speelt al haar toetsen partijen in de studio), heeft geen inbreng in de composities en is vooral een muurbloempje. Morris is een geniale drummer, schrijft mee aan nummers maar wordt door Hook ook afgeschilderd als iemand die geen eigen mening heeft en alles wel best vind. New Order, in de ogen van Peter Hook, is vooral Sumner en hemzelf, ‘this is the band we started’ zegt hij, maar hij bedoeld dan vooral pre-Joy Division, de dag dat hij een basgitaar kocht na het Sex Pistols optreden en met Sumner op de slaapkamer begon te spelen. Dat is spijtig, want het doet geen recht aan de anderen, noch Ian Curtis, maar door het hele boek heen denk je steeds ‘dat zeg je nou wel, Hooky, maar zou je er ook zo over denken als je je zin had gekregen en de band gewoon in 2007 was opgeheven; hoe had je dan over deze geschiedenis geoordeeld?’ Door het hele boek schijnt die voor Hook zo onfortuinlijke afloop er doorheen. Bernard Sumner heeft het altijd gedaan, hij leidt aan het ‘lead singer syndroom’, waarbij de zanger het meeste te zeggen heeft; hij bepaald hoe de nummers klinken, de teksten, welke producers er moesten komen en vindt dat de bas van Hook wel erg hard in de mix staat, zeker in de latere periode van de band wordt Sumner’s dominantie voor Hook ondraaglijk. Maar ja, Sumner is toch ook die geniale componist die sturing geeft aan de grootste hits van New Order vraag je je dan af? Toch is Hook over Barney soms ook positief, zeker in de begin periode en onderschrijft hij het talent van de zanger maar na mate het boek vordert is dat nog maar hoogst zelden.

Technische details

Peter Hook’s boek lijkt lijvig maar bij nadere beschouwing gewoon erg ruim bemeten op het papier. Het is voor de ware fan natuurlijk leuk om een complete lijst te zien van de concerten van New Order, maar dat had makkelijk in een wat kleiner font achterin gepast, en de anekdotes die Hook er af en toe bij vermeldt, had hij natuurlijk ook gewoon in de tekst kunnen zetten. Je kan je afvragen of in deze opsomming ook Hook’s projecten Revenge en Monaco genoemd zouden moeten worden; is het een boek over New Order of een autobiografie van meneer Hook, die de jaren 1981-2007 beschrijft? Storend zijn de fouten die opvallen, zoals de eerste keer in New York met New Order, in 1981, en waar hij meldt dat A Certain Ratio er was op hun tweede LP op te nemen; het was hun eerste. Op pagina 41 gaat het over een nummer van Kevin Hewick dat door New Order begeleidt wordt voor de cassette van ‘From Brussels With Love’, hetgeen correct is, maar op pagina 36 werd gemeld dat dit nummer op ‘A Factory Quartet’ zou komen. Dat is jammer. Wat daarentegen wel helpt en wat Hook meegenomen heeft uit zijn vorige boeken is af en toe een kort kader waarin een begrip uitlegt, zoals ‘midi’, ‘ smpte time code’, ‘per diem’, of ‘dr rhythm dr 55’ of een compleet overzicht van de opnames van ‘True Faith’, met veel technische details; je kan die makkelijk overslaan, maar ze voegen wel belangrijke informatie toe over zaken die er voor een band toe doen, niet alleen voor de muziek nerd.
En ja, het einde dan. Peter Hook had genoeg van Bernard Sumner, zoveel is duidelijk en wilde meer een DJ zijn, hetgeen af en toe botste met de belangen van de band. Dan maar de stekker eruit. Dat is toch wel erg zuur voor Peter Hook geweest, denkende dat de band zou verdwijnen als hij eruit zou stappen en dat niet gebeurt; hij zegt er verder niets over, maar bij bedankjes staan de drie leden, noch hun huidige managers, die ook Hook’s managers waren, niet en eindigt hij met ‘the rest of you can fuck right off’, waarmee we mogen aannemen dat hij vooral hen bedoeld. Alles na 2007 wat betreft New Order is wat hem betreft niet gebeurt. Het is interessant om Hook’s gedetailleerde beschrijvingen te leggen naast de meer globale autobiografie van Sumner en de waarheid? Die is er niet, hoeveel woorden Hook er ook tegenaan gooit en hoe summier Sumner die zaken aanstipt; meer woorden maakt niet meer waarheid. Zoals altijd draait het bij autobiografieën om hoe het ervaren is door de schrijvers, en dan wordt één ding vooral heel duidelijk: tussen de heren is ‘No Love Lost’.
– Frans de Waard

Peter Hook ‘Substance – Inside New Order’ (Simon & Schuster, 2016)

tekst:
Gonzo circus
beeld:
14800867_1228346197252785_599997961_n1
geplaatst:
vr 30 dec 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!