nieuwe geluiden en sneeuwvlokjes tijdens (h)ear-festival 2012

Binnen: Kabels, effectpedalen, bier, live muziek, vegetarische hapjes, praatjes en plaatjes. En buiten: sneeuwvlokjes. Het (h)ear-festival in Heerlen telt al enkele mooie tradities. Ook de tweede editie van dit festival voor ‘the art of sound’ was geslaagd.

Is het een voorhoede, een besloten scene of een niche van een niche? (h)ear probeert elk jaar aan de hand van enkele lezingen uit te zoeken wat er leeft in de randgebieden van de muziek. (h)ear wilde dit jaar een antwoord vinden op de prangende vraag: hoe maken we de waarde van deze muziek duidelijk aan het grote publiek ? Of is het beter om in het kleine kringetje ongehinderd te genieten van ‘the art of sound’?

Autarkische niche?

In dat spanningsveld bevindt ook PNEM zich. Een geluidskunstfestival dat net als het (h)-earfestival dit jaar z’n tweede editie kende. Elk jaar verzamelen in een oud transformatorhuisje in de bossen van Uden (Noord-Brabant) muzikanten (geselecteerd uit talloze aanmeldingen) en liefhebbers van geluidskunst. Er wordt gemusiceerd, er is fitnoise (work-out op noise) en er vindt vooral een intense uitwisseling van gedachten en experimenten plaats. PNEM is een no-budget festival dat het professioneel aanpakt en stilletjes groeit.
De vraag luidt of zo niet een deel van het potentieel verloren gaat, maar PNEM wil de financiêle logica waarin de meeste festivals gevangen zitten, te alle prijze vermijden. Ook willen ze, aldus betrokkene Victor Notermans,  geen opvoedende taak op zich nemen: de uitwisseling tussen de aanwezige muzikanten onderling en de contacten met het publiek geven de meeste voldoening. Daarin toont PNEM zich verwant aan festivals zoals Kontraste, Konfrontationen, Sonic Acts én het (h)ear-festival. Als de subsidies voor cultuur helemaal wegvallen, zal PNEM nog blijven bestaan (met dank aan enkele mecenassen).
Ook op de Nederlandse publieke omroep kan ‘sound art’ zich alleen maar uitdrukkelijk in de niche handhaven. Met onbestaand budget en op onmogelijke uren uitgezonden, blijft er bij de ooit zo vooruitstrevende VPRO nog welgeteld een uurtje radicaal experiment over, bij Café Sonore van Armeno Alberts. Met steun van een Europees netwerk van gelijkgezinde programmamakers houdt hij stug vol en doet hij liefst zijn eigen ding binnen de publieke omroep. En dat is jammer, want het kan ook anders. Juist daar waar de managers van openbare omroepen de publieke taak serieus nemen en ook avontuurlijke programmamakers steunen, is veel mogelijk. Zoals op de Oostenrijkse en Duitse radio, bij de Concertzender of in Vlaanderen waar Klara elke avond aandacht besteedt aan genre-overstijgend experiment. Een kundige en enthousiaste presentator/muziekgids/muziekjournalist is essentieel om de nieuwsgierige luisteraar te stimuleren een intense muzikale speurtocht te laten beleven en zo kom je dan uiteindelijk terecht bij PNEM of (h)ear.

Heerlens trots

En uiteindelijk zijn we bij (h)ear voor de muziek, de geluiden, de kunst. Het muzikale gedeelte begint enigszins onverwacht, maar uitstekend met de kurkdroge met fieldrecordings vermengde dubstep van de Heerlense producer Raadsel. En er zit vast een geheime substantie in het Heerlense leidingwater, want ook Luisterwaar aka Luc Derkst is een jonge, gedreven dansproducent van warme beats die wat ons betreft ook buiten de voormalige mijnwerkersstad een publiek verdient. Net zoals zijn stadgenoot Subp Yao. Een opmerkelijke Heerlens drietal dat ons op een waterkoude zaterdagmiddag warm hield.
Terwijl het buiten donker werd en zachtjes begon te sneeuwen, luisterde het publiek aandachtig naar de miniatuurtjes van respectievelijk Sara Pinheiro en Pablo Sanz. Zij hadden hun mengpaneel en laptop opgesteld in het midden van de ruimte van Kunstencentrum Signe. Gelukkig werd het geen saai academisch kwartiertje, maar dwong Pinheiro de op stoelen – met de rug naar haar tafel gekeerde – luisteraars zich onder te dompelen in de (stads-)geluiden die ze tijdens haar onderzoek heeft verzameld en die ze live  bewerkte tot een nieuw verhaal. De aandachtige luisteraar kon er zijn eigen film bij bedenken. Het werk van de gerenommeerde geluidskunstenaar Pablo Sanz was eveneens  zeer verfijnd, maar tegelijk veel abstracter en misschien niet helemaal geschikt voor de bescheiden ruimte die toch wel heel vol aan het raken was.

Folk

Dat (h)ear zich niet beperkt tot pure geluidskunst is opmerkelijk in het wereldje. Eerder dit jaar kon je er bijvoorbeeld al Aidan Baker (van Nadja) aan het werk zien, solo op gitaar. Tijdens het (h)ear-festival was er daarom ook plaats voor het veelkoppige Amsterdamse psychedelische ensemble Dagora. Deze keer zorgden o.a. Ti Femme (Helena Sanders), Arvind Ganga (Every Bolt Rumbling), Luc Vanweelden en co met lichtjes beroerde klankschalen, gitaar, slepende drums, spoken word en elektronica voor een veeleer dromerige set, mooi in de kapelachtige inham van KuS. Maar voor wie het gezelschap kent: volgende week kan het wederom een wild feestje worden.
En euh, wat doet het ‘folk’-duo Seamus Cater & Viljam Nybacka, dat vorig jaar indruk maakte met debuut ‘The Anecdotes’, op een festival over ‘the art of sound’? Gelukkig denkt het (h)ear-publiek niet in hokjes en wordt hun eigentijdse folk, die doet denken aan het ingetogen werk van muzikale grootheden als Robert Wyatt en Mark Hollis, enthousiast onthaald door het publiek. Naast bekende versies van ‘Bas Jan Ader’ en ‘Alexis Lapointe’, was er ook een nieuwe versie van ‘We Build A Mountain’ en een nieuw nummer geïnspireerd door auteur JG Ballard. En even later volgt de eerste toegift in de geschiedenis van het (h)ear-festival!

Plaat

De rest van de avond wordt er weer uit volle overtuiging aan knopjes gedraaid en met laptops gepruld. Het Nederlandse drietal The Void* – met o.a. Roald Dillewijn van Puin + Hoop – bracht zonder twijfel de beste performance van het (h)ear-festival. Zelf omschrijven ze hun muziek als een beetje buitenaards, en het duurde inderdaad niet lang of we zaten inderdaad even in een andersoortig holistisch en hypnotisch muziekuniversum. Was het postrock? Was het elektronisch gepiel? Wat was het eigenlijk?
Tijdens het laatste kwartier van de performance van de jonge Cubaans-Belgische multimediakunstenares Lazara Rossel Albear voelden we ons eveneens even op een andere planeet. Voor de performance ‘Invisible Cities’ hees ze zich samen met Audrey Lauro in witte pakken. Als onderzoekers die voorzichtig een nucleaire rampsite betraden, breiden ze een heel klankenspectrum aan elkaar tot een wonderlijk, inventief geheel. Terwijl Albear zich vooral richtte op een steeds indringender percussie, toeterde, krijste en fluisterde Lauro haar verhaal over vogeltjes die misschien wel nooit de weg terugvinden naar hun nestje. Zoals de bewoners van deze ‘invisible city’…

Melancholie

En laat op de avond kreeg de melancholie van Brodrov (spreek uit: Broodroof), – de nieuwe naam voor de al tien jaar durende samenwerking tussen kunstenaar Hubertuz de Bode en Frans Roovers – ons nog te pakken. Hun recent uitgebrachte cd klinkt – met werk uit het afgelopen decennium – als krautrock met een zware elektronische inslag. Live is het echter een subtiel, complex geheel van ritmes, geruis en gloomy stemmen opgewekt door samples, loops, fieldrecordings (en naar eigen zeggen ‘house’-recordings), theremin (waarbij de theremin niet wordt bespeeld, maar wordt verplaatst om geluiden te maken), keyboards en een hoop andere elektronische zooi. Perfect voor een zaterdagavond in een donker, tot concertzaal omgebouwd kantoortje met systeemplafonnetje.
Luid was de performance van Bruital Orgasme aka het echtpaar Cavaleri wel. Gezeten op een Perzisch tapijt met een indrukwekkende hoeveelheid elektronische instrumenten én een boormachine voor zich uitgestald, konden we even denken dat we bij een Merzbow-concert waren. Jammer genoeg ontbrak juist de sensualiteit en overgave En misschien waren niet alleen de muzikanten maar ook de luisteraars al te murw na een propvolle dag ‘geluidskunst’. Misschien een herkansing op 8 december 2012 bij Air Antwerpen waar ze de avond openen.
Ter afsluiting lieten Gonzo (circus)-medewerkers Gé Huismans en Theo Ploeg nog even de muziek horen die hen inspireert: van Archie Shepp en Monty Adkins tot Shed. Tot de geluidsman vond dat het tijd was om naar huis te gaan. Laten we hopen dat er volgend jaar weer een editie komt van het (h)ear-festival, inclusief kabels, effectpedalen, bier, oude en nieuwe vrienden en sneeuwvlokjes.

Gezien: (h)ear-festival, 1 december 2012, KuS, Heerlen

Tekst: Ruth Timmermans / Beeld: René Bradwolff

tekst:
Gonzo (circus) Crew
geplaatst:
ma 3 dec 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!