Een duistere avond (Incubate, vrijdag 14/09/2012)

Een biertje na afloop van de eerste dag van de DIY-conferentie in De NWE Vorst, een snelle, maar gezonde hap en het Gonzo (circus)-team was fired up and ready to go!

Als er één artiest was waar we (msch) naar uitkeken en waarvan we tegelijk geen idee hadden wat te verwachten, dan was het wel Nurse With Wound. Steve Stapleton en consorten treden pas sinds een paar jaar weer op, en eerder dit jaar waren we getuige van een even enerverende als slaapverwekkende performance (die dan ook ‘SLEEP’ heette). Dat laatste is op Incubate zeker niet het geval. De band tovert in de grote zaal een soundscape tevoorschijn dat gaandeweg steeds meer vervreemdend wordt, dissonante ambient, bizarre geluiden, the works. En na een minuut of twintig weet Stapleton ons verder te verbazen door een uit zijn voorliefde aan hiphop ontsproten beat in te mixen. Een donkere zangeres – die de band naar verluidt pas twee weken geleden heeft ontmoet – doet de rest, eerst met hoge uithalen, en later met een staccato voordracht van een onverstaanbaar, maar ongetwijfeld dadaïstisch manifest. Een fijn begin van de avond.

Invallende duisternis

Black Dice
Black Dice

Het allernieuwste Ierse wonderkind Mmoths wordt tijdens zijn concert op twitter overladen met lofbetuigingen. Mmoths is goed. De jongen past perfect binnen de duisternis die zo gretig door Tri Angle en zijn onderdanen wordt omhelst. Maar blijkbaar is Mmoths om 3 uur ‘s nachts in een dronken bui (tijdens Le Guess Who Mayday) net iets beter verteerbaar dan broodnuchter bij invallende duisternis. Met het nekvel bloot geeft (ks) zich over, maar nergens bijten te tanden, krassen de nagels of bloedt het vel. Mmoths blijft te oppervlakkig.
Black Dice kiest een meer directe weg naar de onderbuik van de bezoeker. Op plaat is de intensiteit al een tijdje ingeruild voor een meer psychedelische benadering, maar live gaat het eerder de andere kant op. Eric Copeland krijst dat het een lust is over gierende noise en keiharde beats, en ook zijn kompanen hebben er zichtbaar lol in. Het volume is bij vlagen hels, iets wat we (msch) nog vaker mee zullen maken in de kleine zaal, maar dat hoort er nu eenmaal bij.
Antlered Man maakte het ons (dv) evenwel moeilijk om direct een band te hebben. Het aandeel “math” in hun rock leek ons in eerste instantie wat té geforceerd om oprecht te zijn, en wanneer de zanger nog een fluitje bovenhaalde kregen we het even helemaal benauwd. Maar het waren de songs die ons wisten te overtuigen: hoekige sludge van het meest inventieve soort, denk Harvey Milk en de gekste kapriolen van Melvins, terwijl hier en daar ook No Means No om de hoek kwam piepen. Tel daarbij: een no-nonsense speelplezier en wat goeie ouwe riffage op z’n tijd, en voor we het wisten, stonden we het hele optreden lang goedkeurend te knikken met een grijns op het gezicht.The Haxan Cloakbuigt nog geen dertig minuten na het begin van zijn set. Een kort sonisch avontuur dat werd ingezet met sensueel drijvende elektronica dat een kwartier lang in een loop bevangen lijkt. Ook het tweede uitgesponnen moment is een loop. Maar eentje van drones, vervelende drones die je doen afvragen waarom iedereen tegenwoordig drones wilt maken. En dat terwijl The Haxan Cloak, inclusief zijn drones, op plaat boeit. Had hij iets te weinig zin in een live-performance?

Nevelen

GNOD1
Gnod

Een gitaarkenner fluisterde Crocodiles in het oor. De programmabrochure liet namen als Jesus & The Mary Chain, Echo & The Bunnymen en My Bloody Valentine vallen. (ks) gebruikte ooit hun liedjes om in slaap te vallen. Crocodiles live was een overstuurde, weinigzeggende brij gitaarmuziek die knalde in De NWE Vorst maar om de verkeerde redenen. In het bescheiden Stage01 gaan we (msch) vervolgens op zoek naar Raime, het dystopische halfstep-duo uit Londen. De band heeft zich verscholen aan de zijkant van het podium, gehuld in duisternis, waardoor de filmbeelden de volle aandacht kunnen krijgen. De trage, uitgebeende dubstep vormt een perfecte soundtrack bij wat er uitziet als oude Sovjet-cinema, donkere tonen onder grijs celluloid. Veel muziek is nieuw – een album volgt dit najaar – en sommige nummers lijken nog niet helemaal af, maar op andere momenten is Raime overtuigend en bezwerend.
Dat het optreden van Chris & Cosey een uitzonderlijke ervaring ging wezen, stond op voorhand al vast – maar we (dv) prijsden ons gelukkig dat het duo alvast niet op ons lijstje jeugdhelden staat. Vergane glorie en de teleurstelling die daarmee gepaard gaat, weet je wel. Gelukkig kunnen zowel trouwe volgelingen als neofieten zoals ondergetekende het eens zijn: met een potige (zowat het hardste geluid op Incubate) en smetteloos uitgevoerde update van hun klassieke sound leverden Chris & Cosey (beiden rond de zestig, ondertussen!) een optreden dat niet bleef steken in charmante nostalgie.
Een week eerder was er in Brussel ‘There Must Be A Gnod’, de eerste van een reeks ‘Gonzo (circus) presenteert’-avonden dit najaar in de Lage Landen. Daar toverde het Manchester-collectief GNOD nog twee sets uit haar instrumenten. Een ‘reguliere’ en één met bezwerende techno. Voor het optreden krijgen we (mt)ook nog hilarische verhalen te horen uit de marge van hun Antwerpse optreden twee dagen eerder. Hier spelen ze in het zaaltje achter café Extase. Een naam die perfect past bij wat de band hier neerzet. Extatische grooves vol pompende baslijnen, doom en psychedelica à volonté. Veel zin in zang heeft de frontman niet. Dat laat hij dan ook vaak maar over aan leden uit het publiek. Die dan ook vaak wat onsamenhangends mompelen in de microfoon. Niettemin, weer een heerlijk optreden. Over onsamenhangend gesproken. De man die we zien bij het buitengaan van café Extase is dat zeker na het drinken van die Leffe met een rietje. Even later zien we hem strompelend buitenkomen. Even halt houdend om met gestrekte arm een gigantische lap spacecake te verorberen. Wat hem op één of andere manier wonderwel lukt.

Spervuren

Busdriver
Busdriver

Buiten Kid Ink (te vroeg op de week, helaas) had Incubate weinig hiphop in de aanbieding, dus Busdriver mochten we (dv) niet laten schieten, vooral vanwege de uitstekende reputatie van de mc. Die bleek volledig gerechtvaardigd: hij had zelfs geen DJ nodig, en triggerde al z’n beats zelf vanop een Dr. Sample. Onderwijl miste hij geen lettergreep van zijn spervuur aan raps, die regelmatig gelijk liepen met de cadans van lappen samples uit Bach en Mozart. Prettig gestoord, en met nét wat meer volk had het een groot feestje kunnen worden, in plaats van een sfeervol onderonsje.
“Aardige jongens hoor, die van Ramesses” zo wisten we (dv) onze metgezellen nog te verzekeren onderweg naar de Little Devil. Eenmaal ter plekke geloofden ze er geen hol van, en gingen we voor de duur van het concert zowaar zelf twijfelen. Veel van hun doomy genregenoten proberen zich een duivels imago te kweken met poses, satanische prentjes en andere opsmuk. Zoniet Ramesses – die zetten gewoon de ziekste zwaarste sound neer die je kunt bedenken. Een geluid dat recht naar je maag grijpt om het vervolgens los uit de buikholte te rukken en een optreden lang niet los te laten. ‘t Is een ervaring voor doorzetters, maar wie het kon doorstaan werd beloond met (naar mijn bescheiden mening) één van de beste optredens van deze Incubate.

Crashen op de dansvloer

Om het publiek vast op te warmen voor de recht-toe-recht-aan techno van Johannes Heil bouwt Andy Stott zijn set mooi op, van de slepende, abstracte dubtechno (iemand beschreef het adequaat en hip als ‘zombietechno’), via gemuteerde acid-techno, naar iets dat bijna ravey is. Misschien niet waar de liefhebbers van zijn gelauwerde ‘Passed Me By’ op zitten te wachten, maar het is vrijdagavond, en de voeten willen ook wat. Helaas wordt Stott geplaagd door problemen met zijn apparatuur, waardoor het regelmatig klinkt alsof zijn laptop overslaat. Blijkbaar is zelfs de MacBook-gebruiker – en daar zijn er niet weinig van op Incubate – niet veilig voor de grillen der techniek. Het publiek probeerde het te negeren. Maar de wanhoop in Andy’s ogen werden groter en groter naarmate zijn uur speeltijd vorderde. De computer nam het over van de meester. Van de subtiele sound van Andy’s albums was niets meer te merken. De Apple bepaalde zijn lot van de avond, een in mineur eindigend feestgedruis die de Andy Stott-fan deed verbazen maar de mensen deed dansen. (msch/ks)
De eerste avond van Incubate verzandde zoals al de beste festivalnachten: op de dansvloer, met nauwelijks nog besef wie of wat je eigenlijk bent aan’t meemaken. De 013 was volgepakt met een allegaartje van muziek- en feestliefhebbers. En of ze nou net nog de gekste avant-garde hadden meegemaakt of speciaal voor het dancefeestje waren afgezakt, iederéén stond zich zonder de minste scrupules te geven, de baardige metal-aap naast het opgetutte clubvlindertje. Aan het hoofdpodium nam een delegatie Berghain de honneurs waar (Johannes Heil, Heiko Laux), in de Kleine Zaal ging het er wat eclectischer aan toe met de gekken van Mi Ami en Nguzunguzu. Voor de rest geen details –  dit soort avonden beleef je in een prettige roes die je uiteindelijk tevreden naar bed stuurt. (dv)

Gezien: Incubate, vrijdag 14 september, diverse locaties, Tilburg

Gonzo (circus)-crew: Dimitri Vossen, Maarten Schermer, Katrien Schuermans en Maarten Timmermans (foto’s)

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Black-Dice
geplaatst:
do 20 sep 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!