Go Short 2012 – van verantwoorde tot woest vervelende korte films

De kwaliteit van de vertoonde kortfilms op Go Short 2012 was degelijk, maar daardoor voelde het festival ook net te veilig aan. De korte film is een speeltuin, maar er werd dit jaar wel erg braaf volgens de regels gespeeld – een paar jonge durfals uitgezonderd.

SilentRiver
Still uit 'Silent River'

De meest interessante competitie bleek dit jaar de studentencompetitie Breaking Shorts, met kortfilms van jonge regisseurs uit heel Europa. De films in deze competitie vielen vooral op door hun scherpe maatschappelijke betrokkenheid, gecombineerd met de opvallende manier waarop de regisseurs hun verhaal vertelden. Een van de hoogtepunten van het festival was Silent River, van de Roemeense Anca Miruna Lazarescu. De hoofdpersonen Gregor en Vali willen ontsnappen uit het Roemenië van 1986, maar het blijkt een zware en levensgevaarlijke tocht om de grens – de aan beiden kanten zwaar bewaakte Donau – over te steken. Lazarescu toont aan de kneepjes van het vak goed te kennen, waardoor de vertelling zowel spannend als ontroerend is.  Op sommige momenten weet de regisseur zelfs de conventies te overstijgen: het shot waarin we vanuit vogelperspectief neerkijken op de vluchtelingen die de Donau overzwemmen is adembenemend.

Even spectaculair is de kortfilm 9 Scenes of Violence van de Zweed Michael Krotkiewski, maar dan meer in de zin dat je ademhaling herhaaldelijk in je keel stokt. Geweld is een duistere kracht die in alle mensen schuilt, en hier krijgen we het verhaal te horen van negen mensen over het moment dat deze sluimerende kracht zich daadwerkelijk in een handeling vertaalde. Terwijl ze hun verhaal vertellen glijdt de camera in microscopische close-ups over hun gezichten. Ze blijven daardoor anoniem en bevreemdend, maar dit maakt deze indringende kijk op de donkere kanten van de menselijke ziel niet minder benauwend. Klinisch en barbaars tegelijk, met een verwoestende uitwerking op de kijker. Een derde film die opviel door de scherpe maatschappelijke blik in deze competitie was de Poolse animatiefilm Gallery, van Robert Proch. In een lange metamorfose van inktvlekken zien we het dagje uit van een winkelend koppel, dat in de storm van hebzucht meer uit het oog lijkt te verliezen dan ze denken. Een film die tot slot zeker niet vergeten mag worden in maatschappelijk opzicht is Le Tombeau des Filles, van de Zwitserse Carmen Jaquier. In haar innemend sfeervolle vertelling staan de jonge zusjes Sissi en Victoria centraal. De jongste van de twee ontwaakt langzaam uit haar kinderlijkheid, terwijl haar oudere zus zich al wanhopig overgeeft aan de lusten van de volwassen wereld.

Uit de andere festivalcompetities zijn vooral de films blijven hangen die een persoonlijke toon hadden. De Zweedse Martina Carlstedt maakte veel indruk met Claes. Een gepensioneerde man heeft zichzelf een diepe angst aangepraat voor de buitenwereld, en we zien hem in zijn appartement worstelen met zijn verlangen om naar buiten te gaan. Zijn gevecht is ontroerend, al blijf je je verbazen hoe hij zichzelf zo tot een gevangene van zijn eigen huis heeft kunnen maken. Ook goed voor kippenvel was het eveneens Zweedse Inbetweener (Erik Bäfving), het in foto’s en tekeningen vertelde relaas van een tiener over de zelfmoord van zijn vader. Meer familiedrama was er uit Nederland en Duitsland. De in Nederland wonende filmmaakster Marta Jurkiewicz maakte met Daughters een intiem en ontroerend portret van haar moeder, die ze heeft achtergelaten in haar thuisland Polen. Ook ontroerend, maar dan op een aandoenlijke manier, was het portret van de Duitser Damian in Nataly (Julian Krubasik). Damian is een kersverse vader, en we zien hoe hij dit nieuwe leven combineert met zijn oude leven – dat vooral bestond uit veel feesten in discotheken.

decapoda
Still uit 'Decapoda Shock'

Dankzij de zware thema’s wisten deze kortfilms zeker een snaar te raken, maar ze waren qua vertelvorm helaas weinig vernieuwend. Naast de serieuze kortfilms waren er ook genoeg humoristische en absurdistische films te zien, maar ook die brachten weinig soelaas wat betreft vernieuwing. Een van de hoogtepunten op dit gebied was Decapoda Shock, van de Spanjaard Javier Chillon. Een astronaut krijgt een fataal ongeluk op een vreemde en verre planeet, en keert op aarde terug als kreeft in een astronautenpak. De film had gemaakt kunnen zijn door Wes Anderson in een extreem melige bui, en de mix van gestoorde science-fiction en absurdistische animatie werkte goed – de scène waarin de astronautenkreeft op een pony door een verlaten landschap stormt is hilarisch. Een ander origineel idee was Tumult (Johnny Barrington), waarin een groepje verdwaalde Vikingen door het Verenigd Koninkrijk doolt. Hun pad kruist met dat van een bus vol toeristen, en uiteraard mondt die confrontatie uit in een gruwelijk bloedbad. De absurdistische hoofdprijs ging echter uiteindelijk naar de Fin Erkka Nissinen. Zijn film Rigid Regime is onvoorstelbaar bizar – alsof hij dertig jaar in eenzame opsluiting heeft doorgebracht met enkel een boxset van Monty Python’s Flying Circus. Dat levert een vermakelijke, maar tegelijkertijd ook woest vervelende film op.

Gezien: Go Short Filmfestival Nijmegen, 14-18 maart 2012

tekst:
Andy Leenen
beeld:
tombeaudesfilles
geplaatst:
ma 26 mrt 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!