De dag van de triomf – Dunk!festival 2014 (2)

Het legendarische gezamenlijke ontbijt – versgebakken boterhammen met choco en confituur – waren we misgelopen, maar na een koffie of twee en een warme douche (luxe-beesten, we weten het) liepen we alweer op het met hout geplaveide wegje richting de grote tent. Daar hoorden we het gezoem van de intro van de opener van dag twee al: perfecte timing.

Mannheim deed wat van hen verwacht werd en schudde hun publiek meteen wakker. Instrumentale rock in combinatie met hout- en koperblazers is tegenwoordig geen uitzondering meer (denk aan MannGold de Cobre, [sic] of Drums Are for Parades), maar ook hier vormde de prominent aanwezige bariton sax toch weer een meerwaarde. De keuze van de organisatie om voor een opener te kiezen die in Vlaanderen al wat naambekendheid bij elkaar heeft gespeeld rendeerde: de tent was van bij het begin goedgevuld. Fijn om te zien. En zo was dag twee succesvol afgetrapt.

Daarna was het de beurt aan de eerste portie vintage postrock met Syberia. De riffs klonken ons iets te evident in de oren, en misschien zat de geluidsmix er voor iets tussen, maar we misten dynamiek. Maar het moet gezegd: het publiek was mee.

Met Upcdownc – voorheen: ‘Up-C Down-C Left-C Right-C ABC + Start’ – hebben we een beetje hetzelfde aan de hand als met And so I Watch You from Afar gisteren: behoorlijk gecharmeerd door het heftige ‘Firewolf’ uit 2009 (Black Lodge! Dad Rock!) maar alweer afgehaakt met ‘Cavaleras’ en daarna verloren we hen wat uit het oog. Dus we waren wel benieuwd wat er zou overblijven van die geweldig efficiënte mix van noiserock en sludge. Tegenwoordig maken ze een mix van die zware nummers met aan Explosions in the Sky verwante stukken, maar op hun best blijven ze als ze stevig mogen rocken. Hoogtepunt was niet helemaal onverwacht afsluiter ‘Dad Rock’, op zich al een sterke song, aangevuld met een postrockapetheose en een tribale finale. Grandioos. Een degelijke show met een knallende finale kortom.

Dan was het de beurt aan Motek, een band die al even meedraait in het Vlaamse postrockland. De heren brachten hun vierde album, ‘Sonder’, uit in samenwerking met Dunk!Records, en dus was het maar logisch dat ze ook een plaatsje op het festival toegewezen kregen. Na een vruchteloos uitstapje richting StuBru-hitsingles, zijn de heren naar hun roots teruggekeerd. Slepende opbouwen en harde climaxen in combinatie met mooi verzorgde visuals: een torenhoog postrock-cliché, maar Motek bewees dat het nog steeds werkt. Toen we vanop de achterste rij eens rondkijken werden we er zelfs een klein beetje week van: een tot op de nok met internationale muziekliefhebbers gevulde tent om vijf uur in de namiddag op een wei in Zottegem. De wereld is nog niet om zeep.

The Seven Mile Journey maakt intrumentale rock in de meest klassieke betekenis van het woord. Het woord vakmanschap is hier op zijn plaats: de postrockformatie bracht zijn uitgebalanceerde, perfect uitgevoerde werkstukken op een gedisciplineerde, vrij statige manier. Maar vergis u niet: de impact was er wel degelijk. Eigenlijk is het simpel: als het optreden eindigt in een triomf (geen postrock zonder superlatieven), dan is het optreden geslaagd. Crescedo’s: die waren er wel degelijk. Explosies: die ook ja. Handen in de lucht: jawel. Uitzinnig publiek: ja! Geen frontman uiteraard – de twee gitaristen flankeren de bassist, zoals dat gebruikelijk is – maar de adoratie van het publiek was er niet minder om.

Vlak na de prestatie van The Seven Mile Journey mocht de in Florida residerende ex-Mena Brinno-gitarist Marius Kozlowski ons proberen te bekoren met zijn soloproject. Dat lukte – ondanks de fluo-groene snaren – toch niet helemaal. De knutselwerkjes van Marius hadden zowat hetzelfde folkloregehalte als het podium. Storend was het niet, maar daarmee is zowat alles gezegd. De arrangementen van Kozlowski klinken alsof ze om drie uur ’s nachts in elkaar gebokst zijn op een studentenkamertje. En het zou geen gemis geweest zijn voor de wereld als ze daar waren blijven hangen.

Tides from Nebula was één van de verrassingen van Dunk! 2011, en deze keer gingen ze meteen voor niet minder dan de overwinning. De erg beweeglijke show was er voor een buitenstaander misschien wat over, maar het publiek was vanaf de eerste noot meteen mee. En ja, ook deze Polen konden het niet nalaten het publiek ritmisch in de handen te laten klappen in de schaarse doodse momenten, maar hun beste nummers (tip: telkens de tweede track op hun platen) scheurden zoals het hoorde. Muzikaal zat het dus wel snor, en de – naar onze smaak misschien iets te georkestreerde – show (gitaren in de lucht! Allemaal naar voor! Springen in het publiek!) zat perfect in elkaar. Het publiek kreeg ruimschoots wat het vroeg en dat maakte ook de passage van Tides from Nebula tot en triomf.

Op de Stargazer stage bood Industroika een welgekomen intermezzo voor het zwaardere gitaarwerk. En daarmee was het meteen ook de eerste keer dat we een vrouw zagen aantraden dit jaar. Ons hoort u dus niet klagen. De Brusselaars combineerden een dj-set met live arrangementen,  en dat ging hen best goed af. We hebben ons na afloop niet direct naar de merch stand gehaast, maar de afwisseling die ze brachten deed deugd.

Stond The Seven Mile Journey eerder vandaag voor degelijkheid, dan was Sleepmakeswaves de energieke, jeugdige variant in het postrockspectrum. Ze zijn niet de beste songschrijvers van hun generatie, maar dat compenseerden ze voor een groot stuk met hun vol overgave gespeelde set. Sleepmakeswaves maakt erg emotioneel geladen muziek, en in combinatie met hun alle kanten opspringende rockerupties gingen de Australiërs voor de totale apotheose, met dank ook aan de epileptische lichtshow. Want die was – weer eens – indrukwekkend, met veel wit, in alle vormen en gedaanten. Toch een puntje van kritiek: hun schaarse elektronica klinkt hopeloos overjaars en voegde live niks toe. Maar u begrijpt: het publiek was laaiend enthousiast.

Even bekomen dan, en dus op naar het Stargazer podium, dat stilaan een garantie was geworden voor relaxerende ambient met een goede groove. En Lymbyc Systym vormde daarop geen uitzondering, integendeel: de combinatie van live drums met elektronica werkte uitstekend. De sfeer die het duo uit Arizona (al wonen ze momenteel in New York) wist te scheppen was zeer ongedwongen en ontspannend. We hadden niks anders willen horen.

Purisme is nergens voor nodig, en dus mocht het logge Ufomammut – u kent ze ook van het Supernatural Cat-label en het postercollectief Malleus – deze tweede festivaldag afsluiten. Voor een aantal festivalgangers lag dit loodzware dessert wat zwaar op de maag, voor anderen was het een welkome afwisseling op de meer emotioneel geladen en hectische, kortom jongere muziek van eerder op de dag. De Italianen brachten een stevige doorsnede van hun discografie, met zowel instrumentale sludge als met galmende zangpartijen verrijkte, meer psychedelische tracks. We hebben ze al verschroeiender geweten, maar sowieso was Ufomammut een terechte hoofdact met een prima show.

Voor wie wilde, was er daarna nog de terugkeer van Le Seul Elément, oftewel de soloartiest in de met doeken beklede kubus die ook vorig jaar een avond afsloot. De eetruimte, waar hij bleek post te vatten, zat al snel overvol en wij konden er niet meer bij. Volgende editie: Le Seul Elément in het bos?

GEZIEN: Dunk!festival 2014, Zottegem, 19 april 2014
TEKST: Nico Kennes en De Geluidsarchitect
FOTO’S: Wouter De Bolle (www.lenscapes.be) en Michiel De Bolle

tekst:
Gonzo (circus) Crew
geplaatst:
ma 21 apr 2014

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!