Dansen, dansen en tenten zoeken op Dour Festival 2014 (dag 3 & 4)

Terwijl een deel van de Gonzo (circus) crew – ergens ter hoogte van Saint-Ghislain – op een bankje nog steeds op de trein wacht, en een ander deel op een Toi Toi-toiletcamion richting Valenciennes zijn roes uitslaapt, kunnen wij het niet langer verdragen jullie in spanning te houden. Ziehier, daarom – chronologisch totaal onverantwoord (zoals dat hoort bij een Dour-verslag) – de bespreking van dag drie en vier!

Zaterdag

Naar goede gewoonte vertoeven wij op Dour Festival een groot deel van de tijd in La Petite Maison dans la Prairie. En ook dit jaar hadden we er op zaterdagmiddag met graagte de optredens van Mountain Bike en TRAAMS ondergaan. Maar jammer genoeg zijn zelfs muziekrecensenten onderworpen aan de wetten van de natuur, en opteerden we na een les ‘feesten op z’n Gents’ in de Kinky Star toch voor een bescheiden power nap. Breng daarbij de stiptheidsprincipes van de NMBS in rekening, en je begrijpt dat we pas in de vroege namiddag ten tonele verschenen.

Juist op tijd voor 65daysofstatic dus, een band die ons met gemengde gevoelens achterliet. Zoals verwacht werd onze smeekbede voor een stevige portie ‘The Fall of Math’- en ‘The Destruction of Small Ideas’-nummers, die we in onze voorbeschouwing verbaliseerde (enkele uitzonderingen niet te na gezien), gedegradeerd tot ijdele hoop. Maar we waren al lang blij dat de vierkwarts-elektronica achterwege bleef. De Britten deden wat van hen verwacht werd: sampletje opzetten, opbouwen en dan losbarsten. En ze deden dat technisch voortreffelijk. Maar om de een of andere reden slaagden ze er niet echt in de muzikale energie tot bij het publiek over te brengen. “It’s a bit early for this kind of nonsense”, wist ook frontman Paul Wolinski. En zo werd de derde dag van Dour ingezet met oerdegelijke, maar weinig prikkelende post-/math-rock uit Sheffield.

De volgende act daarentegen, slaagde er met verve in om zijn vibe over te brengen. ‘Zijn’, want Shigeto is het eenmansproject van Detroitenaar Zach Saginaw. En dat is er echt niet aan te horen! Saginaw overstijgt moeiteloos empathie-reflexen à la ‘je moet het toch maar kunnen, zo helemaal alleen’. Hij klinkt gewoon strakker dan de meeste groepen. Live combineerde Shigeto perfect getimede akoestische drums met een laptop en MIDI-controller, om loungy maar toch swingende instrumentale hiphop zijn publiek af te vuren. Ideaal om de kater te verteren.

Vervolgens was het aan Cypress Hill om de mensen weer aan het feesten te krijgen. En dat lukte hen aardig, met tijdloze klassiekers als ‘Insane in the Brain’ en ‘How I Could Just Kill a Man’ (alhoewel, tijdloos: het feit dat de benjamin van onze crew het collectief niet eens kende, leverde misschien wel de aanzet voor een nakende quarter-life crisis). Qua show en spektakel was Cypress Hill niet bepaald een uitschieter. En rap is altijd moeilijk op festivals. Maar de mannen deden wat ze moesten doen. Et ça y est.

Tijd voor BadBadNotGood dan. We zagen de Canadezen voor het eerst op Dour Festival 2013. Toen lieten ze ons voldaan achter. En ook dit jaar bevestigde het trio opnieuw. Super strakke jazz grooves, zonder dat het nodeloos ingewikkeld werd. Het feit dat de sound bij aanvang nog ietwat troebel klonk (zwevende bas en bij momenten wat te stille gitaar), was al lang vergeten en vergeven toen de drie de hele tent in beweging kregen met een geslaagde cover van TNGHT’s ‘Higher Ground’. We bekennen – alleen maar omdat het dermate in het voordeel van BadBadNotGood pleit: we hebben onszelf betrapt op handgelklap in de maat. Na zo’n set zien we het ‘wannabe-sympatico’-gehalte van een uitspraak als ‘if you haven’t heard our new album: pirate it, download it, do whatever you got to do’ graag door de vingers.

Daarna pikten we een stukje mee van achtereenvolgens Girls in Hawaii en Fred V & Grafix (die hun Master of Ceremonies wat ons betreft beter thuisgelaten hadden): beide best te pruimen, maar nu ook weer niet zo veel meer dan dat. We hoorden respectievelijk behoorlijke brave Belpop en drum ‘n’ bass ‘voor 7 tot 77 jaar’. Toen vervolgens bleek dat Fuck Buttons hun live show op het laatste nippertje moest afzeggen (Benjamin Power had rugklachten en het zou een dj-set worden), besloten we dan maar een pak friet te verorberen in het gras: de batterijen opladen voor Mogwai.

Datzelfde Mogwai liet twee jaar terug op Incubate de indruk na dat ze over de top van hun kunnen heen waren. Sindsdien vonden we ze op plaat meer genietbaar dan live. Maar onder het motto ‘iedereen verdiend een tweede kans’ nestelden we ons ruim voor aanvang van het optreden met een koffie (ja, wij drinken ’s nachts koffie) op de houten vloerbekleding, ter hoogte van de p.a.-installatie. Saai was het dit keer zeker niet, maar de overdosis delay en (hoogstwaarschijnlijk ten gevolge daarvan) het gebrek aan definitie deed de show – ondanks het volume – toch wat aan kracht inboeten.

Daarna wordt het allemaal wat vager, zowel in onze herinnering als notities. En veel meer dan dat The Gaslamp Killer naast het coolste kapsel van Dour ook over de beste drugs (van horen zeggen) en een meer dan gemiddelde portie zelfvertrouwen beschikt, en dat we genoten hebben van LeFtO, hoeft u eigenlijk niet te weten. Conclusie van dag drie: straf begin en goed gefeest, maar misschien had wat gitaargeweld daartussenin niet misstaan.

 

Foto’s: Caroline Lessire
(Als je over een foto scrolt verschijnen de bedieningsknoppen)

Zondag

Dat gebrek aan rechttoe rechtaan rockmuziek valt eigenlijk wel een beetje over de hele lijn door te trekken, als je de affiche bekijkt. In 2012 had je Black Box Revelation, Steak Number Eight, The Hickey Underworld, Battles, Kapitan Korsakov, The K., Wallace Vanborn en The War on Drugs. Vorig jaar traden onder meer Smashing Pumpkings, Pelican, The Oh Sees, Mark Lanegan, Maybeshewill, Mujeres en Raketkanon aan. Maar dit jaar waren de fuzz-pedalen, grungehemden en kapotte jeansbroeken toch ietwat ondervertegenwoordigd op het podium.

In dat opzicht waren we zeer verheugd om post te vatten bij Deap Vally, die behalve het feit dat ze aardig klinken ook geen kwelling voor het oog zijn. Maar we hadden het over de sound: die zat goed, dat is zeker. Moet ook wel, wegens nogal cruciaal bij een rock duo. Op elkaar ingespeeld waren de twee eveneens, op de samenzang na dan misschien: die was nogal slordig. We zijn er niet helemaal van overtuigd dat er ruimte op de affiche was geweest voor Deap Vally, als de groep uit drie veertigers met buikhaar had bestaan. Maar dat is gelukkig niet zo. En zoals eerder vermeld was een portie garagerock een welgekomen afwisseling (sorry Moaning Cities en BRUTUS, we beloven plechtig dat we in de nabije toekomst een club show van jullie meepikken).

Is het grof om te zeggen dat iemand goede aperitief-muziek maakt? We bedoelen het in elk geval als een compliment. Acid Arab klonk fris. En dat was nodig, toen de zon er – na een druilerige ochtend – opnieuw door kwam. We voelden ons niet geroepen om voor het podium te gaan shaken, op dit (naar Dour-normen) nog steeds ongoddelijke uur. Maar buiten aan de Elektropedia-toren kwam het Oriëntale sfeertje goed tot zijn recht. Tijd voor een aperitiefje dus: zo gezegd, zo gedaan.

Met hernieuwde kracht aanschouwden we Disiz in de Boombox. Het zou kunnen dat de behoorlijk legendarische avond die we ooit beleefden in de Parijse Social Club ons parten speelt, maar deze Franse rap ging er vlotjes in. Het genre was misschien wat oververtegenwoordigd in de line-up (al hoef je niet alles te gaan bekijken, natuurlijk) en wellicht werkt Disiz nog beter in een club. Maar we hebben geen moment spijt dat we langer zijn blijven staan dan voorzien.

Niet tot op het einde, weliswaar, want we waren benieuwd naar wat King Khan & The Shrines gingen laten zien. De band was ons getipt met de beschrijving ‘een mix van garagerock en soul’. Nu ja, dat maakt ons op z’n minst benieuwd. Bij momenten tekenden zich inderdaad bijna twee verschillende groepen af. De bassist, de drummer en de gitarist vormden een soort van garagerock-fundering, en daarbovenop kwam dan de partyband: feestelijke blazers en een zanger met pluimen op zijn hoofd. Wat ons betreft lag het carnaval-gehalte wel net iets te hoog. Alleen Turbonegro komt daarmee weg! Kortom: de muziek was best genietbaar, maar hou het swingpaleis volgende keer maar voor in de huiskamer.

Nog meer benieuwd waren we naar Connan Mockasin, die door zowat iedereen die hem al zag compleet de hemel in geprezen wordt. En de muziek van de Nieuw-Zeelander klonk inderdaad levendig. Heel even leek het alsof de jaren 1970, 1980, 1990 en 2000 nooit hadden plaatsgevonden, alsof we sixties psychedelica niet voorgoed associëren met mannen in jeansvesten met lange baarden en vettig haar. Dat op zich is al een heuse prestatie. Maar na de gitaar(-versterker)problemen liep er toch het een en ander mis. Bij momenten ging de set richting ‘jamsessie’, en dat is – aangezien de laatste halve eeuw weldegelijk heeft plaatsgevonden en de meeste mensen dit concert min of meer bewust beleefden – dan weer minder cool dan dat het klinkt. Uiteindelijk kwam alles gelukkig wel weer in orde, en zagen we heel wat mensen instemmend knikken, meedansen en een enkeling zelfs luchtgitaar spelen op de grond. Goed gered, Connan.

Het hartverscheurende dilemma tussen Kaiser Chiefs en Kreator werd beslecht in het voordeel van ons avondeten. Nadien zetten we opnieuw koers naar La Petite Maison dans la Prairie om er de magische woorden ‘voici Blanc de Réthéd’ te mogen aanhoren. Blonde Redhead dus. De New Yorkers bewezen nog maar eens hoe belangrijk het voor een band is om een bepaalde sfeer te kunnen uitdragen. En hoewel de zondagavond – gezien de zweverigheid van hun muziek – misschien niet het meest tactische moment was voor deze groep, raden we iedereen bij wie dromerigheid verviel in slaperigheid toch aan zijn vierdaagse lijdensweg volgend jaar ietwat te verzachten. Knap optreden.

En zo kwam er stilaan ook aan deze editie van Dour weer een einde. We pikten nog het grootste deel van Buraka Som Sistema mee, terwijl we afscheid namen van fijne mensen. Maar in feite domineerden de lange rit naar huis en het troosteloze idee dat we een paar uur later alweer uit de veren moesten tijdens dat laatste optreden al onze gedachten. Wij blikken in elk geval zeer tevreden terug op Dour 2014, en hopen volgend jaar hetzelfde te kunnen zeggen na editie #27. Tot dan!

Foto’s: Caroline Lessire
(Als je over een foto scrolt verschijnen de bedieningsknoppen)

tekst:
Nico Kennes
beeld:
Markus Ernestus presents Jeri Jeri 01
geplaatst:
do 24 jul 2014

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!