“Bedankt aan iedereen die ons blij heeft gemaakt!” – Dunk!festival 2014 (3)

The Best Pessimist moest in extremis bedanken voor deze editie van Dunk! en werd – tot onze grote vreugde – vervangen door MIAVA (het voormalige Maria Isn’t A Virgin Anymore). Vreemd eigenlijk, dat dit de eerste passage was voor de West-Vlamingen. In ieder geval was zo ook dag drie voorzien van een treffende opener. MIAVA stelde niet teleur: ze speelden strak en leefden op in de muziek, zonder daarbij al te veel show te verkopen. En die soberheid (getuige de enige bindtekst: ‘dank u, wij waren MIAVA, tot volgende keer’) siert hen. Een klein beetje jammer van de setlist wel. Van onze favorieten – ‘Raped Sheep, Stoned Priest’ op kop – passeerden slechts enkele de revue.

Lost in Kiev was vorig jaar één van de live-hoogtepunten op Dunk! We duiken even in de archieven en lezen daar: “Lost in Kiev was overdonderend emotioneel, exact wat postrock hoort te zijn.” De set van dit jaar was – logisch, met nog maar één plaat op de teller – grotendeels identiek aan die van vorig jaar, en de enige nieuwe track was niet van die aard om het verschil te maken. ‘Under Close Surveillance’ was ook nu weer het hoogtepunt van de show, maar zonder de live-zang van Nizza K. boette deze klassebak aan impact in. Het was, kortom, een straffe show, maar vorig jaar was het nog beter. Ha!

Indignu brengt het soort textbook postrock, waar je weinig op tegen kan hebben maar evenmin wild van wordt. De ideale soundtrack dus, om met een pintje in het gras te zitten. En zo werd de meerwaarde van de nieuwe festivallocatie eens te meer duidelijk: toch ook fijn om gewoon even ongedwongen weg te dromen onder de middagzon met goede live muziek op de achtergrond. Iets wat in de befaamde sporthal aan de Bevegemse Vijvers niet mogelijk was.

Net als Motek, Lost in Kiev en Terraformer  bracht Aesthesys hun laatste plaat (de zevende is dat ondertussen) uit op het Dunk!-label. Opvallend minder volk in de tent wel dan op dag twee. Misschien begon het harde festivalbestaan bij sommigen toch wat haar tol te eisen. De arrangementen die Aesthesys ten gehore bracht staken erg goed in elkaar. En de live violen, de toetsen en de samples zorgden voor een mooi afgerond geheel. Heel af en toe was het samenspel misschien ietwat rommelig, maar storen deed dat niet echt. Reken daarbij het schattige Engelse gemompel van deze Russische levensgenieters – ‘thanks to everyone who made us happy’ – en je smelt als toeschouwer helemaal natuurlijk, als paaseieren onder de lentezon.

Het Nieuw-Zeelandse Kerretta zorgde daarna weer voor de nodige power. Zoals bij de meeste groepen die de nobele kunst van de rock déstructuré beoefenen, was hun live-set in vergelijking met hun platen een bom. Het trio stond bijzonder strak en toverde hun op plaat soms wat langdradige nummers om tot snedige tracks. Nieuweling ‘His Streets of Honey, Her Mouth of Gold’ was de voorloper van hun volgende plaat; release én bijhorende tournee zijn gepland voor het najaar. Noteren maar.

We praten nu al twee dagen over het Stargazer-podium, maar eigenlijk moesten we nog beschrijven hoe dat eruit zag. Welnu: het Stargazer-podium, beste Gonzo (circus)-vriendjes en –vriendinnetjes, is niets meer of niets minder dan een opengeklapte vrachtwagen, in stemmig blauw en geel, multifunctioneel inzetbaar voor alle Zottegemse feestelijkheden en festiviteiten allerhande. Een tiental veelkleurige spots, waarvan enkele jammerlijk in herstelling, maken het plaatje af.  Het podium staat wat stroomafwaarts, en de artiesten zijn daardoor gemakkelijk in de gaten te houden vanop het gezellige Dunk!terras, staand, liggend of zittend, afhankelijk van het aantal beats per minuut. Halo of Pendor nodigde veeleer uit tot de liggende houding. De man achter dit project is één van de leden van EF, en heeft het romantische en meanderende gemeen met de moedergroep, maar laten dat nu net de aspecten zijn die ons minder kunnen bekoren bij EF. Maar geen nood: die groep komt straks nog.

Het Franse Year of no Light (lees het interview in Gonzo (circus) #114) is langzaam maar zeker geëvolueerd tot het machtige bataljon dat het vandaag is. In een vermeend dood genre blijft ‘Ausserwelt’ een postmetalplaat van formaat, en daar mag ‘Tocsin’ van vorig jaar aan toegevoegd worden. Het zestal beloonde het publiek al vrij snel met knallende versies van ‘Géhenne’ (die dubbele drums!) en het machtige ‘Hiérophante’. Daarna werd een extra inspanning van het publiek gevraagd, met songs die een langere aanloop nodig hadden, maar dan ook des te harder uithaalden in de finales. Er zijn altijd mensen die dit te hard vinden (well, nobody’s perfect), maar neem van ons aan: Year of no Light behoort tot de groten in het genre.

De gitaarimprovisaties van eemansdroneband Thisquietarmy kwamen niet echt tot hun recht onder de heldere hemel boven de Stargazer stage. Met dank aan de krautrock-invloeden van Eric Quach hoorden we wel een zeldzame up-tempo drumbeat. En de visuals, die de man blijkbaar elk optreden in een nieuw jasje steekt, konden ons wel bekoren. Maar – hoewel duidelijk was welke vibe Quach voor ogen had – was de performance al bij al toch iets te eentonig om ons veertig minuten lang te blijven boeien.

Met Year of no Light, Ef en God Is an Astronaut had deze derde festivaldag drie hoofdacts in de aanbieding die elkaar mooi aanvulden. Het Zweedse EF staat gerant voor de romantische variant. Ten tijde van ‘Mourning Golden Morning’ zat hun met mooie zanglijnen verrijkte barokke rock helemaal perfect, maar die plaat ligt al een tijdje achter ons. Tegenwoordig eisen de vocalen een grotere rol op, en worden ze tegelijkertijd banaler: het aantal ‘oohs’, ‘aahs’ (maar ook ‘haa’s!) was niet te tellen, en onze voltallige Gonzo (circus)-delegatie, toch al snel twee man sterk, vond de eerste helft aan de melige kant. Ook opvallend: nooit eerder hoorden we op deze driedaagse zoveel geroezemoes. Maar na elke kletterende finale kreeg de band applaus in overvloed, en bij de twee laatste tracks (waaronder het hemels mooie ‘Longing For Colors’) zat het ook wat ons betreft helemaal goed.

We hadden gehoopt dat de drie optredens op het zijpodium exponentieel in sfeer en kwaliteit zouden toenemen, zoals dat op dag twee het geval was. Maar om eerlijk te zijn hadden we niet eens begrepen dat Nadja hun set al hadden aangevat, tot het iets te lang doorging om nog een soundcheck te kunnen zijn. Enerzijds was het goed om de oren even wat rust te gunnen voor God is an Astronaut de jubileumeditie van het Dunk!Festival mocht afsluiten, anderzijds was het vrijwel onmogelijk om op die manier in de trance te geraken waarin Aidan Baker en zijn wederhelft het publiek kennelijk wilden brengen.

Maar tijd om te ontwaken dan, want de Ieren van God is an Astronaut – die intussen toe waren aan hun vierde passage op het Dunk!Festival – hadden zich voorgenomen om er een knallende slotshow van te maken. En daar slaagden ze met glans in. Er is een reden waarom GIAA er als één van de weinige postrockbands in slaagt om door te stoten tot de mainstream: de perfecte combinatie van eigentijdse elektronica en uiterst strakke live-partijen, de muzikale dynamiek en het gevoel voor opbouw (nooit krijg je als toeschouwer het gevoel dat een bepaald stuk net iets te lang duurt), de tot in de puntjes gebalanceerde geluidsmix en de podiumervaring… God is an Astronaut was simpelweg de gedroomde afsluiter van een – alweer – glansrijke editie van Dunk!Festival. En met toppers als ‘Echoes’, ‘The End of the Beginning’, ‘Forever Lost’, ‘From Dust to Beyond’ en ‘Fire Flies and Empty Skies’ was ook op de setlist amper iets aan te merken. Het feit dat ze ‘Shadows’ leken te zijn vergeten en de minutenlange dubbele basdrum in het laatste nummer konden daar echt geen afbreuk aan doen. Epischer dan dit wordt het niet.

Ook na drie dagen Dunk! blijven vele vragen onbeantwoord, zoals: wat is er fataler qua whiplash, het consequente headbangen op Steak Number Eight, of het ongecontroleerde nekzwieren bij het hectische And so I Watch You from Afar, waarbij evenwel alle nekspieren gelijkmatig belast worden? Onze proefpersoon is er nog altijd niet uit. Maar de belangrijkste vraag van allemaal is wel beantwoord: heeft Dunk! zich na de gedurfde negende editie (twee podia!), die op een financiële kater uitdraaide, in stijl teruggevochten? De boekhouding laten we aan de specialisten over, maar vanuit het standpunt van de bezoeker: volmondig ja. Opnieuw maakte de organisatie radicale keuzes (geen schaalverkleining, wel een verhuis, geen prijsverhoging, wat gratis was bleef gratis), en verbeterde ze de beleving voor de festivalganger. De festivalcamping was één van de meest rustgevende die we al zagen, het overdekte voederbakpissijn (sic) één van de coolste urinoirs; het Stargazer-podium was een door de natuur omzoomde  verzamelplaats waar het aangenaam chillen was, de eet- annex merchandise-ruimte ademde een gezellige drukte, en de festivaltent (de enige die security behoefde) een streling voor oog en oor, met een uitstekende installatie en een lichtshow (inclusief vijftien gloeilampen van 500 Watt) die af was, en dikwijls meer dan dat, zoals dat hoort voor postrock. De meeste bands speelden op Dunk! voor het grootste publiek ooit, maar geen enkele die de indruk gaf soms voor tien man in een café te spelen. We zeiden het al: triomf overheerste. Tellen we daar de strakke timing bij en de onwaarschijnlijk goedgezinde vrijwilligers, dan begrijpt u waarom er in het geheel niet gevochten of anderszins vervelend gedaan werd. Hoe lekker het eten was verklappen we niet, anders staat u hier volgend jaar allemaal.

GEZIEN: Dunk!festival 2014, Zottegem, 20 april 2014
TEKST: De Geluidsarchitect en Nico Kennes
FOTO’S: Wouter De Bolle (www.lenscapes.be) en Michiel De Bolle

tekst:
Gonzo (circus) Crew
geplaatst:
di 22 apr 2014

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!